Hessel Evertse, technisch directeur van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, schreef de onderstaande open brief aan de Nederlandse roeigemeenschap die de NLroei-redactie publiceert.
Streven naar het beste!
Na alle publiciteit op NLRoei over het al dan niet starten van Marieke Keijser en Amber van Zomeren in Varese wil ik nogmaals een poging doen om onze inzet in deze discussie toe te lichten.
Het al dan niet starten van ploegen in Varese is helemaal niet het issue. In Varese mogen vier ploegen per veld starten. Voor de lichte vrouwen heeft het Aegon Nationaal Roei Team maximaal twee plekken nodig. Daar gaat het dus niet over. De KNRB wil de deelname van Marieke Keijser en Amber van Zomeren aan deze Worldcup ook helemaal niet blokkeren.
De echte zaak is de mate waarin we met elkaar in staat zijn ons aan collectieve afspraken te houden en als het er op aan komt beschikbaar en bereid zijn een bijdrage te leveren aan hetgeen waarvoor we als roeigemeenschap gekozen hebben.
In topsport is de concurrentie scherp, de druk hoog en zijn de marges klein. Dat was zo en dat wordt alleen maar meer. Nieuw-Zeeland en Groot-Brittannië, direct gevolgd door de Verenigde Staten, Duitsland en Australië hebben de plaats van het voormalige Oostblok geruisloos overgenomen.
In dezelfde 30 jaar heeft het Nederlandse toproeien zich geleidelijk ontwikkeld van een organisatie met één betaalde bondscoach naar een fulltime professionele topsportorganisatie. Die ontwikkeling was slechts mogelijk omdat we met elkaar en met anderen, zoals NOC*NSF, harde afspraken en keuzen hebben gemaakt en daarna van de roeigemeenschap ruime steun hebben gekregen om dit alles te realiseren.
We hebben daarbij gekozen voor het samenbrengen van:
– de beste roeiers en de beste coaches,
– om hiermee de beste Nederlandse ploegen te maken,
– met de beste ondersteunende specialisten,
– op een centrale locatie,
– met de best mogelijke faciliteiten,
– met gekwalificeerde programmabewakers van binnen en buiten de roeisport,
– met als benadering sneller ontwikkelen dan de concurrentie,
– met aandacht voor talentontwikkeling, coachontwikkeling en innovatie.
Het is een overtuigende aanpak die nodig is om de internationale concurrentie succesvol aan te kunnen gaan. Een aanpak die staat voor onze kernwaarden en voor samenwerken en kennisdelen. Een aanpak die voortbouwt op een traditie van sterke verenigingen die steeds weer nieuwe talenten voortbrengen. Maar ook een aanpak die staat voor verbeteren, vernieuwen, en je nek uitsteken.
Met ruim 50 roeiers en roeisters van twintig verenigingen en een team van coaches en specialisten werken we dagelijks in dit concept met volle overgave aan de realisering van onze doelstellingen. Reeds vijf kansrijke ploegen zijn gekwalificeerd en met hen wordt de ideale voorbereiding mogelijk gemaakt. Met nog drie tot vijf andere ploegen zijn we onderweg naar kwalificatie. Rust en duidelijkheid daarbij zijn niet bedoeld om een aangenaam verpozen of comfort te creëren. Integendeel. De vereiste progressie, het testen, de competitie, elke dag 100 procent moeten leveren, creëren een permanente druk op alle betrokkenen. Dat hoort bij het vak.
Ook, misschien wel juist, in de lichte vrouwen dubbeltwee. Er is hier immers maar één nummer Olympisch, is de internationale prestatiedichtheid zeer hoog, en beschikt Nederland over een aantal zeer getalenteerde lichte roeisters. Daarom moet onze inzet niet zijn om van twee of meer ploegen de snelste ploeg te kiezen, maar om van de beschikbare toproeisters de beste ploeg te smeden. Niet de beste ploeg in Nederland, maar de beste Nederlandse ploeg is ons doel. De uitkomst kan hetzelfde zijn, maar hier niet naar willen zoeken en streven is op zijn zachts gezegd een gemiste kans.
Sportieve groet,
Hessel Evertse,
technisch directeur KNRB
Ik vraag me af wat deze brief toevoegt. Veel tekst, weinig woorden als je het mij vraagt. Evertse gaat nergens inhoudelijk in op de vraagtekens uit de roeigemeenschap. Dat Keijser / Van Zomeren mochten starten in Varese was toch al een feit, dat ze bij winst niet naar OKT zouden worden uitgezonden is voor mij nieuw.
Nee het is anders.., De roeigemeenschap vindt dat afspraken zijn afspraken.., daar zijn wij, als roeigemeenschap al 30 jaar mee bezig. Dus vinden wij, als roeigemeenschap, met z’n allen dan ook dat de beste ploeg gemaakt moet worden. En dat gebeurd in Amsterdam met de beste roeiers, beste coaches, beste begeleiding. Want het is zo afgesproken, door ons als roeigemeenschap, dat de beste roeiers, coaches, begeleiding, volgens de beste methoden trainen.
En hij zegt dat het een gemiste kans is (van wie, de bond? of de roeisters? of de roeigemeenschap?), dat er nu niet gezocht wordt naar de beste ploeg in Nederland.
Beste Mark, ik zie niet in waarom zoiets niet buiten bond zou kunnen. Zoals reeds genoemd is, de meest succesvolle initiatieven zijn buiten de bond om geïnitieerd. Wat denk jij hiervan? Voor wat betreft Evertse; veel tekst, weinig woorden. Bobotaal. Beste groet, Wim
He, er mogen 4 ploegen starten in Varese. Kennelijk is dat veranderd ten opzichte van 20 jaar geleden. Dat lost een hoop problemen op lijkt me. In ieder geval kan dan “de snelste ploeg” naar het OKT gestuurd worden.
Misschien kunnen we het eens worden dat als de “beste” coaches en de “beste” roeiers worden uitgedaagd door een ploeg, en die ploeg blijkt harder te gaan, dat die ploeg wel mee kan dingen voor het okt? Wat die gekwalificeerde programmabewakers er dan van mogen vinden, doet mij eerlijk gezegd vrij weinig.
En die collectieve afspraken? Welke? Om hard te roeien? Of gaat het om een blinde dienstbaarheid aan die “fulltime professionele topsportorganisatie”? Kom op zeg. Ik zie geen enkel probleem om en zo’n organisatie te hebben opgetuigd, en ruimte te bieden aan mensen/ploegen die buiten die organisatie om in staat zijn om topprestaties te leveren. Ook op een OS.
Net als sommige anderen hier, vind ik deze brief inderdaad weinig toevoegen, behalve nog eens zeggen dat we zo’n geweldige organisatie opgezet hebben.
Maar wat nou als een of meerdere van de ‘beste’ roei(st)ers niet gedijt in het klimaat in Amsterdam? Moeten we dan maar zeggen dat hij/zij zich aan moet passen en daarmee minder presteren? Lijkt me niet…
Is het niet zo dat enkele van de meest succesvolle projecten in de afgelopen 20 jaar (in eerste instantie) buiten de bond om geinitieerd zijn? Het lijkt me dat dat een gelijksoortige reden had, namelijk niet senang zijn binnen het bondsfunctioneren. Uiteindelijk gaat het om de roei(st)ers, zij moeten het werk doen, zij moeten optimaal functioneren, en daarom moeten zij soms keuzes maken die buiten de gebaande paden gaan. De afrekening vindt uiteindelijk plaats met de klok.
Er is al veel over gezegd, maar ik had als volgt geformuleerd:
Roeien is een sport waarbij de ploeg met gemiddeld de hoogste snelheid het eerst bij de finish is. Dat is wat wij als roeibond, roeivrienden en ook alle niet-roeiers ook het liefst zien: competitie gedreven door de drang om te winnen.
Het is duidelijk dat er niet twee riemen in een dol passen. En laat duidelijk zijn, ik heb als technisch directeur scherp voor ogen hoe het begeleidingsteam dat kan bereiken. Want laten we wel wezen: twee lichte roeiers maakt nog geen zware roeier. Daarom hebben we als team – en ik benadruk de term team – de volgende keiharde afspraken gemaakt:
– op Olympische Spelen roeien we 2km
– boordroeiers roeien met 1 riem, scullers met twee
– degene die als eerste zijn boegbal over de streep drukt wint de wedstrijd
– iedereen moet zijn best doen
In de aanloop naar de spelen zullen we beleidsmatig koers moeten houden. Rome is tenslotte ook niet in een dag gebouwd. En dat geldt misschien wel juiste voor de lichte dames. Specifiek in het geval van Marieke Keijser en Amber van Zomeren zullen we moeten kijken met onze blik op de horizon. Een goudkleurige horizon als het aan mij ligt.
Voor de eerste wereldbekerwedstrijd in Varese kunnen we als roeibond vier ploegen inschrijven per wedstrijdnummer. We hebben daarom besloten om voor de lichte damesdubbeltwee tenminste twee ploegen in te schrijven. Daar kunnen we eventueel een of twee ploegen aan toevoegen. Bij onvoldoende progressie kunnen we ook besluiten om een of zelfs geen ploeg in te schrijven.
Rest mij nog om te benadrukken dat voor deelname aan de spelen in Rio het van belang is dat we samen met de beste begeleiders en de beste roeiers streven naar een topprestatie op het Olympisch Kwalificatie Toernooi. Want, de lichte damesdubbeltwee zal zich moeten kwalificeren via het OKT.
Wie er ook gaat: heel veel succes!
Met knipoog,
Rinze Krol