Drie wereldkampioenstitels, één vice-wereldkampioen. Ongekende oogst, ook nog eens in olympische boten. Morgen komt er nog meer. NLroei sprak drie kampioenen van vandaag: Hermijntje Drenth, Lennart van Lierop en Veronique Meester. De NOS had alle ploegen voor de camera.
Voor Lennart van Lierop, boeg van de dubbelvier, is het een fantastisch seizoen. Hij kiest er zelf een ander woord voor. “Geniaal gewoon. Europees skiffkampioen worden was niet alleen voor mijzelf een verrassing. De verwachting voor dit WK was heel hoog, de druk was voelbaar aanwezig. Onze halve finale ging bij dit toernooi buitengewoon goed, zo gemakkelijk als dat ging was zeldzaam. Na 200 meter was het toen eigenlijk al gepiept”, zei hij. “We wisten dat in de finale anders zou gaan. En andere ploegen zoals de Italianen en de Polen hadden we niet afgeschreven. Dat bleek ook tijdens de race. Het ging bij ons iets minder dan in de halve, maar toch was het goed. Deze prestatie geeft heel veel vertrouwen.”
Hij is nu 29 jaar, maar zit pas twee jaar in de equipe. In recordtijd bouwde hij een enorme palmares op. Vorig jaar zilver in de Holland Acht bij de EK en WK. Dit jaar dus Europees skiffkampioen, gewonnen in dubbelvier te Luzern en nu dus wereldkampioen. “Deze wedstrijd wil iedereen winnen”, vat wereldkampioen Van Lierop samen.
Vier met goud
Hermijntje Drenth van de gouden vierzonder beschrijft wat ze dacht toen ze over de finish kwam. “Is dit het, hebben we gewonnen?“, vroeg ze zich af. Er lag geen andere vierzonder achter haar boot, de vijf tegenstanders passeerden later de finish, dus ze was met haar ploeg toch echt de eerste. Stoïcijns blijven was het devies. “Dat deden we eigenlijk al het hele seizoen. Bij de EK en in Luzern presteerden wij voor ons doen best goed, al viel het weinig mensen op. Maar ook daar trokken we ons niets van aan.”
Bij die wedstrijden was het respectievelijk brons en een vierde plaats. “Het punt is dat we bij die wedstrijden vermoeid aan de start lagen. Daar reageren wij niet zo goed op in vergelijking met anderen. Als we niet vermoeid zijn, kunnen we 10 seconden harder. En bij de WK zouden we uitgerust aan de start liggen”, legt ze uit.
Omkijken
De volgende woorden zijn niet zo lastig op te schrijven: zo gezegd, zo gedaan. Maar eigenlijk kwam het daar wel op neer. “We waren dit toernooi allemaal fris en uitgerust. En dat merk je meteen. In de voorronden ging het al heel lekker. We hadden ons heel goed voorgenomen onze eigen race te varen. Het resultaat moest zijn dat we uit de buurt van de Roemenen zouden blijven. Dat lukte dus.”
Ze kijkt terug op een uitzonderlijk jaar. Haar ploeggenoot Marloes Oldenburg brak een jaar geleden haar nek. “Dat was enorm schrikken. Het is verbazingwekkend hoe snel Marloes is hersteld. En ze heeft haar plek ook echt verdiend, ze is superfit. Marloes is in onze ploeg een heel belangrijke factor. Ze zit op boeg, maar omkijken gaat niet zo goed.Dat kan ik ook vanaf plek twee.”
Demoraliseren
Veronique Meester en Ymkje Clevering hadden ook al zo een bijzonder seizoen achter de rug. Bij de EK waren ze hard voorbij gepaald door de Roemenen. De Australiërs waren overgevlogen om ze bij de Koninklijke in hun eigen habitat te demoraliseren, dat lukte ze vrij goed. De oranje roeisters werden op ruim tien seconden gezet. “Dat raakte ons wel. Maar we hebben de knop omgezet. Hier in Belgrado ging het vanaf de voorwedstrijd voortreffelijk, we waren weer fit. Dat gaf ons vleugels.” Ze namen in de finale gelijk een ontmoedigende voorsprong en gaven de tegenstanders geen schijn van kans. “Het voelde heel goed aan, maar het ging in een waas voorbij. En nu gaan we het vieren.”
De NOS heeft de eerste reacties van de vrouwenvier, de mannendubbelvier, Veronique Meester en Ymkje Clevering en de vrouwendubbelvier.