Robert Lücken kreeg in de aanloop naar de finale van zijn Holland Acht een acute lymfeontsteking. Hij moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, kreeg antibiotica toegediend, maar mocht na overleg met artsen toch starten. Zijn ploeg werd met hem op de slagplaats vierde. Dat was een tegenvaller.
Support NLroei, klik hier en doneer!
“Ik voelde me de avond voor de wedstrijd niet lekker en zag een rode streep op mijn lichaam. Ik heb eerder zoiets gehad. Dat was toen ook iets met een lymfe. Foute boel. De jongens hebben in de ochtend zonder mij getraind, terwijl ik werd onderzocht en later behandeld. Gelukkig had ik geen koorts. De ploeg leek opgelucht dat ik toch mocht starten. En ik was dat zeker niet minder”, aldus Lücken.
Belabberd
Hij heeft geprobeerd er het beste van te maken. “Op een dergelijk moment moet je met z’n allen schakelen. En op de wedstrijd focussen. Dat hebben we gedaan. De finale pakte niet goed uit. Er stond zijwind. Dat is voor ons niet de beste omstandigheid. De startfase ging nog wel. Maar het middenstuk was belabberd. De boot schommelde. Dat kwam niet alleen door de wind. In de eindsprint liepen we hard in. Maar het was niet genoeg.”
Spektakel
De Holland Acht vocht zich spectaculair vanuit het achterveld toch nog in de buurt van brons en niet ver van zilver. Een frustrerend resultaat. “Dit was niet ons toernooi, dat is duidelijk. Ik baal er enorm van. Dat had ik ook gezegd als we brons hadden gehad”, verzucht Lücken.
Emotie
Hij had minstens zilver willen hebben. Zijn ploeg groeide in het toernooi en herstelde zich van een matige voorwedstrijd met een veelbelovende herkansing. Het is bekend dat de groepsdynamiek van de huidige Holland Acht een bijzondere is. Emotie speelt daarbij een grote rol. Dat de gezondheid van de slagroeier in de aanloop een issue was, zal niet op een positieve manier hebben bijgedragen aan de stemming. “In welke mate dat een rol speelde, weet ik niet. Maar er had veel meer ingezeten.”
Emke
Mannenhoofdcoach Mark Emke baalt niet minder dan de slagman van zijn vlaggenschip. “Een dergelijke aanloop naar de wedstrijd is uiteraard iets dat je niet wilt. In de eindsprint kwamen ze toch nog vrij ver. Maar wat had ik graag de achtfinale op zaterdag gehad willen hebben. Toen was er geen zijwind en was mijn slagroeier nog gezond.”
Toekomst
Toch is Emke positief. “Ik vind dat over de hele linie de mannenboten goed hebben gepresteerd. Dat heeft zich helaas niet vertaald in medailles. Maar we kwamen met een aantal in de buurt. Ik ben zeer optimistisch over de komende jaren en de aanloop naar Tokio. De beide vieren hebben bijvoorbeeld goed geroeid. Het is mooi om te zien hoe de debuterende scullers zich opvallend in de kijker hebben gevaren”, onderstreept Emke.
Groot
De dubbelvier ving vele blikken door in de a-finale heel lang aan de leiding te gaan. Emke weet ook dat hij nog een aantal goede krachten thuis heeft gelaten. “Drie mannen uit ons team van Rio, maar ook in de ‘tot-23jaar-acht’ zit een aantal goede roeiers. En dan zijn er nog jongens die nu hier in Amerika bij een universiteit trainen. Alles bij elkaar hebben we echt veel talenten. Het klopt niet dat Nederland een klein roeiland zou zijn. We horen bij de grote landen, gelet op het aantal talenten. Het is de kunst dat in goede banen te leiden.”