WKvoorbeschouwing mannen: twee medailles?

Voorbeschouwing

Zondag gaan in Oostenrijk de wereldkampioenschappen van start. Niet alleen zijn hierbij medailles te winnen, de wedstrijden zullen ook in het teken staan van de olympische kwalificatie. Mede daarom is er een recordaantal inschrijvingen. NLroei beschouwt voor en bespreekt vandaag de mannen. Morgen zijn de vrouwen aan de beurt.

Mannenhoofdcoach Mark Emke sprak deze week klare taal in het Dagblad van het Noorden. Hij hoopt met maar liefst twee gouden medailles (voor dubbelvier en acht) thuis te komen. Dat lijkt op het eerste gezicht wat hoog gegrepen. Op basis van de prestaties in de afgelopen jaren en het voorseizoen lijkt de wereldtitel haalbaar voor de dubbelvier. Hun zege bij de EK indrukwekkend. Polen en Italië zijn vermoedelijk de sterkste concurrenten.

Pieken
De acht zal precies op het juiste moment moeten pieken. Het octet liet dit seizoen al af en toe iets van zijn klasse zien, vaak echter op momenten dat het niet beslissend was. De voorwedstrijd van de EK bijvoorbeeld of in de finale van de wereldbeker in Rotterdam toen het halen van een medaille wegens een slechte baan na een teleurstellende herkansing onmogelijk was.

Brons
Emke zal echter niet zomaar zo hoog van de toren blazen. Hij beschikt over de trainingstijden en kent de fysieke staat van zijn roeiers. Die parameters zullen bij dit soort uitspraken wel in orde zijn. Samen met het feit dat we weten dat de ploeg soms heel hard kan gaan, zetten wij in op brons. Voor goud lijken vanwege de consistentie landen als Groot-Brittannië en Duitsland betere papieren te hebben. En sluit ook zeker Nieuw-Zeeland, met Hamish Bond en Mahe Drysdale, niet uit.

Broenink
Met Stef Broenink is er nog een outsider voor de medailles. Hij pakte in Luzern zelfs bijna de Europese titel en hoeft dus geen enkele concurrent te vrezen. Door zijn deelname met reserve Melvin Twellaar bij de wereldbeker in Rotterdam heeft hij sinds de EK echter geen serieuze wedstrijd meer geskifft. Het zal dus afwachten zijn hoe het met zijn vorm gesteld is. Een echte topfavoriet valt er niet aan te wijzen, of het moet de Deen Sverri Nielsen zijn, die twee wereldbekerwedstrijden won.

Tokyo
De andere ploegen zullen zich vooral focussen op olympische kwalificatie, al kan de dubbeltwee van Amos Keijser en Niki van Sprang soms hard uithalen. Voor een medaille moet dat twee keer achter elkaar gebeuren, zowel in de halve finale als in de eindstrijd. Vooralsnog lukte dat (nog) niet. De WK zou een mooi moment zijn daarmee af te rekenen.

Boordboten
De vierzonder en de tweezonder (Robbers/Mantel) roeiden voorafgaand aan dit toernooi geen enkele wedstrijd samen dus het lastig inschatten wat hun niveau zal zijn. Met respectievelijk een achtste en elfde plaats zullen de ploegen vermoedelijk tevreden zijn. Met die resultaten kwalificeren zij zich volgens de norm van federatie FISA voor de Olympische Spelen van Tokyo Sportkoepel NOCNSF hanteert een strengere norm: alle Nederlandse ploegen moeten minstens zesde worden, de achten vijfde.

De Koning
Para-roeier Corné de Koning is zowel in zijn niet-paralympische skiff als in de gemengde dubbeltwee met Annika van der Meer de topfavoriet. Daarnaast zal ook de niet-olympische lichte dubbelvier van start gaan. De mannen ervan zullen proberen hun zilveren medaille bij de EK te verbeteren.