Vogeltjes en zonnepanelen zitten roeiers in de weg

Algemeen

In Utrecht en Wageningen zien ze om verschillende redenen plannen voor veilig roeiwater de mist ingaan. In Utrecht ziet het gemeentebestuur vooralsnog geen kans extra roeiwater te realiseren. Argo en Vada hebben last van beschermende maatregelen voor een zeldzame vogel: de porseleinhoen. Ondertussen is er weer een dode Rijnroeier te betreuren, vorige week verdronk een 52-jarige Zwitserse roeister.
[su_quote]Maak de onafhankelijke journalistiek mede mogelijk. Doe mee aan de crowdfunding van NLroei, dat kan hier. Alvast bedankt![/su_quote]Argovoorzitter Joris Bergman legt het NLroei uit. “Naast ons huidige roeiwater wordt een zogenaamde nevengeul aangelegd. Die dient ervoor om de Rijn te ontlasten als er hoog water is. Deze geul wordt bijna twee kilometer lang. Het zou voor ons ideaal trainingswater zijn. Het ligt in een natuurgebied. Daar broedt de porseleinhoen. Dat is een beschermde vogel. In een rapport staat dat er minimaal 100 meter afstand moet worden gehouden van ze als er wordt gebroed. Terwijl er ook ecologen zijn die beweren dat 20 tot 50 meter ook prima is. Het verschil zit erin dat we dan wél gebruik kunnen maken van dat water. We hebben dan ook bezwaar gemaakt”, aldus Bergman.

Onveilig
Zijn roeiers zijn nu vooral aangewezen op de Rijn, een paar kilometer verderop op dat water verongelukten een drietal Jasonleden. In Utrecht kan men meepraten over onveilig roeiwater en streeft men al decennia naar een extra trainingswater. Vorig week bracht het gemeentebestuur van de domstad een rapportage uit over een energielandschap, met daarbij een rapport over de haalbaarheid van een roeibaan in combinatie met een zonnepanelenplein waar in combinatie met windmolens duurzame energie gewonnen moet gaan worden.

Nalatig
In dat rapport worden de kosten voor de aankoop van grond en het graven van de baan volledig toegerekend aan het roeien, terwijl nagelaten is dat te doen als er ook woningbouw gepleegd zou worden. Want dan is watercompensatie nodig. Dit houdt in dat het verharde oppervlak dat ontstaat bij het bouwen van woningen en bijbehorende infrastructuur deels moet worden gecompenseerd in de vorm van nieuw aan te creëren water. De aanlegkosten daarvan zijn ten laste van de huizenbouwers en hoeven dus niet door de Utrechtse samenleving te worden opgehoest. Het is een doorn in het oog van de Utrechtse roeiers dat het gemeentebestuur de onhaalbaarheid onderstreept, maar niet verder zoekt naar haalbare varianten.