Uitgetrainde meetrainers winnen Henleycup: ‘dubbelvier was beste optie’

Achtergrond

Inbreken op een Brits feestje. De dubbelvier van Skøll deed dat. De mannen namen van Henley een hoofdprijs mee. De ploeg was bijeengeraapt als doekje voor het bloeden. Want een aantal roeiers was bedankt als zogeheten meetrainers bij de KNRB en stond midden in het seizoen met lege handen.

“Ik vond het super om bij de bond mee te trainen. Ik heb veel geleerd van de coaches en van het samen met de anderen trainen. Op een gegeven moment was er geen ploeg voor mij, en werd ik bedankt. Dat was best zuur, maar ik mag volgend jaar terugkomen. Mijn clubgenoot Lennart van Lierop zat in hetzelfde schuitje. Op de club hebben we toen gekeken wat we konden doen, en daar kwam de dubbelvier als beste optie uit”, vertelt Guillaume Krommenhoek.

Hol
Met Job Huigsloot en Olav Molenaar was het kwartet compleet en werden er een scullvier opgeriggerd. Er werd aan een beperkt aantal wedstrijden deelgenomen, de formatie kwam al tot 5:45. Men besloot om niet de confrontatie met de bondsdubbelvier op te zoeken, maar stak de Noordzee over om in het hol van de Britse leeuw voornamelijk Engelse tegenstanders te treffen.

Valkuil
Dat liep gesmeerd. De ene na de andere ploeg werd verslagen. “Dat één tegen één roeien is apart. Een groot voordeel is dat we heel hard kunnen starten. Een valkuil is dat je tegenstandergericht gaat varen en om krachten te sparen te veel uitzakt. Daarop kan de concurrentie inspelen.”

Strak
Verder was het zaak niet met de bladen tegen de drijvende houten balken aan te rossen. Daarmee wordt de wedstrijdbaan afgebakend. “Onze slag Lennart van Lierop stuurde, we hebben complimenten gekregen voor onze strakke lijnen”, zegt Krommenhoek.

Wereldkampioen
De Amsterdammers hadden tot en met de finale weinig oog voor de veertig- tot zeventigduizend toeschouwers die op het eeuwenoude evenement afkomen. “We moesten nog afrekenen met de Britse ploeg die naar de SB-WK gaat. Daarin zit een jongen die vorig jaar al wereldkampioen onder 23 was in de dubbeltwee, we hebben ze niet onderschat”, aldus Krommenhoek die vorig seizoen debuteerde als sculler.

Aandringen
In de finale werd er door de Nederlanders weer hard gestart, maar de Britten drongen meerdere malen aan. “Pas bij de eindsprint kreeg ik het idee dat we ze echt achter ons konden houden, want toen werd het gat groter. Ze hebben het vele malen geprobeerd, maar elke aanval hebben we kunnen pareren.”

Vaas
The Prince of Wales Challenge Cup werd veroverd, een vaas van formaat. In de moderne geschiedenis had een Nederlandse dubbelvier die nog niet gewonnen. En in een grijzer verleden waarschijnlijk ook niet.

Varsity
Het niet-corporale Skøll lijkt de smaak van de semi-corporale wedstrijden aardig te pakken te hebben. Met dit viertal een coupe bij de Varsity lijkt voor 2019 een mooi doel. “Dit jaar werden we derde, mogelijk doen we weer mee. Wellicht voor de overwinning”, lacht Krommenhoek.