De nationale equipe traint inmiddels weer een maand centraal op de Bosbaan. NLroei blikt samen met technisch directeur Hessel Evertse terug op een roerige tijd van evalueren en nieuwe plannen maken.
De bondsbaas heeft duidelijk niet stil gezeten afgelopen tijd. Trots laat hij een lijvig document zien waarin het coachteam per nummer, per atleet en ook per coach de kansen en uitdagingen op een rij heeft gezet. Zo is bijvoorbeeld per olympisch nummer aangegeven wat de afstand is tot de nummer 1, tot de nummer 3, waar welke boot de hoogste en laagste snelheid heeft en hoe ieders toernooiopbouw is. “Natuurlijk kost dit veel werk, maar ik denk dat het nodig is. Vooral ook om te bepalen in welke nummers, met welke roeiers en welke coaches we straks de meeste kans hebben om goud te halen”, zegt hij resoluut. Het moet leiden tot maar liefst zes medailles bij aankomend WK in Oostenrijk.
Meedoen aan de NLroeicrowdfunding? Doneer hier. Bedankt!
Trainingsomvang
Belangrijkste conclusie is volgens Evertse dat het komend seizoen vooral op fysiek gebied beter moet. “Vorig jaar hebben we veel wedstrijdervaring opgedaan ten koste van de trainingsomvang, nu moet dat laatste omhoog en afgestemd worden op de pieken. Zo zullen we vaker een wereldbeker overslaan of er overheen trainen. De prioriteitsboten bij de mannen zitten tijdens de eerste World Cup bijvoorbeeld weer in Obertraun voor een hoogtestage.”
Regie
Waar hij voorheen de plannen vooral overliet aan de betreffende hoofdcoaches, bemoeide hij zich dit keer nadrukkelijk met de mannen. “Ik kan me dat nu ook permitteren, andere dingen zoals de bouw en herstructurering van het Olympisch Trainingscentrum (OTC) lopen nu. Daarnaast moest het. Met slechts vierde plaatsen als beste prestaties in de afgelopen twee jaar behalen we daar geen medailles. Dit is een belangrijk keerpunt in de campagne naar Tokyo.”
Selecties
In het omvangrijke document zijn aan alle mannelijke roeiers cijfers gegeven voor zaken als techniek, fysiek, mentaal, belastbaarheid en commitment. Op basis van die metingen en beoordelingen van de coaches is een voorlopige indeling gemaakt van wie voor welke boot in aanmerking komt. Deze ploegen worden stapsgewijs geselecteerd. In januari wordt de dubbelvier (en dubbeltwee) geformeerd, in februari de acht en de andere boten in april.
Discussie
Ondanks de planmatige aanpak, zorgde de oorspronkelijke uitkomst alsnog voor controverse. Aanvankelijk werd na de dubbelvier, de vierzonder geprioriteerd. Uiteindelijk kwam in definitieve versie de acht op de tweede plaats. “Er is inderdaad een omslag gemaakt. De acht en de vier zaten dicht op elkaar. In het eerste nummer is de kansrijkheid op goud groter, voor de vier sprak dat we relatief meer roeiers van het hoogste niveau zouden kunnen inzetten.”
Inspraak
Volgens Evertse was het vooraf duidelijk dat de acht roeiers die in aanmerking kwamen voor de vierzonder – evenals de scullers en de tweede boordgroep – inspraak zouden hebben. “We hebben gezegd dat de roeiers met hun coach moesten gaan zitten om het plan te bespreken. Zij hadden uiteindelijk meer vertrouwen in een acht. Het hart maakte het verschil.”
Communicatie
Het coachteam heeft de ommezwaai uitgebreid besproken, benadrukt hij. “Je mag best weten dat de mannencoaches ook verdeeld waren. Het was vijf tegen drie. Dat is helemaal niet erg, zolang uiteindelijk iedereen maar achter de uitkomst staat.” Dat roeiers uit de derde groep teleurgesteld zijn, snapt Evertse slechts ten dele. “Uiteindelijk zijn er net zoveel plekken te verdelen. Communicatief liep het wellicht niet perfect omdat we op maandag met de ene groep zaten en dinsdag met de andere. Dan sijpelt er informatie door.”
Vrouwenvier
Met de vrouwen bemoeide hij zich een stuk minder. “Ik heb een aantal keer met Josy gezeten en we waren er binnen twee weken uit. De selecties zullen op dezelfde manier plaatsvinden als voorheen. Bij de Europese kampioenschappen willen we met de sterkste opstellingen aan de start liggen.” Klein nieuwtje heeft Evertse wel. “We prioriteren vooralsnog de vierzonder boven de acht, al houden we daar nog wel een kleine slag voor om de arm vanwege eventuele verschuivingen in het internationale veld. ”
