Bij de Nederlandse inschrijvingen voor de EK valt vooral die van Sophie Souwer op. Zij gaat volgende week in Varese skiffen. De wereldkampioene uit de dubbelvier van 2017 verbleef voor werk noodgedwongen in Zwitserland. Daarom moest zij zich terugtrekken uit de selectie voor de Olympische Spelen toen die met een jaar werd uitgesteld. Maar sinds vorige week is ze weer terug. Ze sloot aan bij de trainingsstage van de vrouwen in Pusiano en keert na afloop terug naar Nederland.
Wat haar positie in het team wordt na de EK is nog onzeker. Souwer zelf verwees voor uitleg hierover naar hoofdcoach Josy Verdonkschot. “De afspraak is heel eenvoudig. Eerst kijken we naar wat er in Varese gebeurt en dan beslissen we opnieuw.” Wel wijst hij op een aantal vooraf gemaakte afspraken. In principe staan namelijk alle voor de spelen geplaatste boten vast. “Enkel als er ineens duidelijk sprake is van vormverlies bij een van de boten of er is echt iets met iemand aan de hand zal er bij deze ploegen een wijziging mogelijk zijn.”
Finale
De kans dat dit gebeurt is echter klein. Verdonkschot kijkt met alle vertrouwen uit naar de eerste belangrijke krachtmeting van het seizoen. “Het is natuurlijk niet ons absolute piekmoment van het jaar, maar we zijn prima voorbereid voor een goede prestatie. Ik denk dat al onze boten een goed toernooi kunnen varen. Van Sophie wist ik natuurlijk niet alles, maar inmiddels hebben we onze eerste centrale sparsessie achter de rug en daarin kwam ze uitstekend mee. Ze moet een prima toernooi kunnen varen en ik verwacht haar in de finale.”
Lichtgewichten
Ook van lichtgewichten Ilse Paulis en Marieke Keijser verwacht hij een goed toernooi. De regerend Europese kampioenen in de dubbeltwee maken volgens de coach technisch nog steeds progressie en kwamen onlangs sterk voor de dag bij de ergometertesten. Recent werd bekend dat hun belangrijkste concurrent voor de spelen, wereldkampioen Nieuw-Zeeland, niet meer kan beschikken over Zoe McBride, die zich vanwege persoonlijke redenen terugtrok.
Nieuw-Zeeland
“Ik denk dat het goed is dat zij voor zichzelf heeft gekozen, maar zag hen niet per se als grootste concurrent. Als je wil winnen moet je de beste zijn en niet alleen beter dan één bepaald land. Nieuw-Zeeland stond nog nooit op het podium bij de Olympische Spelen en ze hebben vooral één goed jaar gehad in 2019. Er zijn in mijn ogen een paar goede dubbels, waaronder ook Groot-Brittannië dat we nu een jaar niet hebben gezien. Maar in alle eerlijkheid denk ik dat wij de beste dubbel hebben.”
Ergometer
Ook de andere prioriteitsboten dubbelvier en vierzonder staan er volgens hem goed voor. Dit ondanks dat deze roeisters onlangs niet allen tot een persoonlijk record op de ergometer kwamen. “Dat lukte inderdaad de helft niet, maar van hen zat vrijwel iedereen er slechts een fractie boven. Vanwege de verplichte quarantaineperiode na Sevilla hebben we weinig aan specifieke voorbereiding kunnen doen, misschien is dat net het verschil tussen prima en geweldig. Maar feitelijk zitten we nu iets onder het gemiddelde dat we hadden richting Rio de Janeiro in 2016 alleen dan nu met 27 vrouwen in plaats van 16.”
Blessures
Sommigen waren overigens wel in topvorm. Zo kwam slagvrouw uit de vierzonder, Veronique Meester, tot een indrukwekkende 6:36. Ook Lisa Scheenaard uit de dubbeltwee verbeterde haar eigen toptijd (6:46). Zij kon vanwege blessureleed een tijd niet trainen met ploeggenoot Roos de Jong. “We hebben daarop besloten een tijdje iets rustiger aan te doen en niet in de boot te trainen, maar inmiddels is alles opgelost en varen ze weer goed.”
Acht
De acht en de tweezonder hoopt Verdonkschot in mei nog te laten plaatsen voor de Olympische Spelen. Opvallend genoeg zit routinier José van Veen nu in de twee met nieuwkomer Ilse Kolkman. “Met José is afgesproken dat ze voor nu in de twee zit maar als de nood aan de man is, is ze beschikbaar voor de acht. Voor nu is dat prima, want zo gaat dat met het oog op Parijs ook niet ten koste van iemand uit de jonge garde.” Ten opzichte van vorig jaar zijn Nika Vos en Marloes Oldenburg nieuw in de acht.
NK Klein
Na de EK laat Verdonkschot een aantal roeisters deelnemen aan de NK voor kleine nummers een week later op de Willem-Alexanderbaan. Wie dat precies zijn weet hij nog niet. “De roeiers die het Olympisch Kwalificatie Toernooi (OKT) starten, zullen er sowieso niet bij zijn. Voor de rest mogen ze zelf kiezen, mits ze fit zijn. Ik vermoed dat het vooral scullsters zullen zijn en reken op zo’n zes tot acht roeisters.”
