Roei! – het papieren magazine van de roeisport – ligt wellicht alweer in de oudpapierbak van de abonnees. Maar NLroei stal (met persmissie) tijdig de kers van de laatste Roei!taart. Het betreft een betoog van bondscoach Mark Emke, wederom genoteerd door Leonie Walta.
Op de ochtend van de wedstrijd word je wakker met spanning in je lijf. Dat is een goed teken, zegt KNRB-bondscoach Emke, want je lichaam bereidt zich voor op het leveren van een prestatie. In de dagen daarvoor ging het, als het goed is, alleen nog maar om het herhalen van wat is afgesproken. Geen verrassingen meer.
Voorspelbaar
“Ongeveer een week voor de wedstrijd doe je het rustiger aan met trainen. Wij gaan dan terug in omvang, dus minder kilometers, maar de intensiteit blijft nog wel aanwezig. Een paar dagen voor de race doen we dan nog een keer een 500 en een 1000 meter, zodat de roeiers zich even herinneren hoe hard roeien voelt. Een dag van tevoren herhaal ik dan nog een keer het raceplan, en daar mogen dan geen verrassingen bij zitten.”
Willen
“We nemen alle calls nog een keer door die we hebben afgesproken. Verder houd ik de roeiers voor dat we er alles aan gedaan hebben, dat het vanaf nu niet meer gaat om wie het sterkst is, maar om wie het meest wil winnen. Als je keihard wilt winnen, dan kom je een heel eind. Zo moet je zeker ook de laatste honderden meters van de wedstrijd willen roeien.”
Usain Bolt
“Dat is ook het enige moment waarop je je eventueel mag laten inspireren door je tegenstanders. Verder moet je je concentreren op het uitvoeren van je raceplan. Usain Bolt is voor de start ook niet bezig met of hij voor of achter ligt. Hij loopt gewoon zo hard hij kan totdat hij voorligt en dan kijkt hij of hij nog wat extra moet geven. En dat geldt voor alle mensen die aan de start van zo’n wedstrijd staan.”
Nervositeit
“Soms vragen mensen wel eens aan roeiers: was je zenuwachtig? Dat vind ik zo’n onzinvraag. Nogal wiedes. Maar het gaat erom hoe je ermee omgaat. Als ik ’s ochtends vroeg voor een wedstrijd opsta dan weet mijn hele lijf: ik ga een wedstrijd roeien. Dat heb ik zelfs nu nog voor de voorjaarsklassiekers, terwijl ik er helemaal niet mee bezig ben. Je lichaam is zich klaar aan het maken voor een prestatie en dat voel je als nervositeit.”
Raceplan
“Het is belangrijk dat je hoofd daarvan niet op hol slaat, dat je bij dingen blijft waar je grip op hebt. Dat kun je doen door alles wat er in en om de wedstrijd zou kunnen gebeuren na te gaan, en te bedenken wat je dan gaat doen. Wat als de ploeg naast me hard start? Dan houd ik me gewoon vast aan het raceplan, want daarmee ga ik zo hard als ik kan. Als je dat op die manier voor alle situaties invult dan word je daar rustig van.Je hebt de taak – en die is al moeilijk zat – om wat je in de training gedaan hebt zo goed mogelijk neer te leggen in de wedstrijd. En doe je dat, dan gaat het goed. Daar moet je je mee bezig houden.”
Uitstijgen
“Die ene wedstrijd waar het allemaal om gaat, zoals bijvoorbeeld de Olympische Spelen, die benaderen wij niet anders dan andere wedstrijden. Ik zeg dat ook tegen de jongens. Het is een normale wedstrijd van A naar B, we hebben doorgenomen hoe je die het snelst roeit. Alleen aan de streep is er iets meer te halen dan normaal. Maar dat is pas aan de streep, verder is het allemaal hetzelfde.”
Flow
“Er bestaat niet zoiets als boven jezelf uitstijgen, dat is absolute flauwekul. Je bent het altijd helemaal zelf als je die prestatie levert. Komt het er allemaal op het juiste moment uit, dan raak je in een flow, en dan heb je niet meer in de gaten wat je aan het doen bent. Op zo’n moment heb je precies gedaan wat je echt kan, zo zie ik dat.”
Nog geen abonnement op Roei!? Hier kan het worden afgesloten.