De Koninklijke Holland Beker is een generale voor de slotfinale van de eerstejaarsklassementen. De zes best presterende ploegen mogen er op de zondag aan de start verschijnen. Deze races lieten weinig opvallende uitslagen zien.
De zware mannenacht van Nereus is al een tijdje op stoom en bewees dat ook nu met een zege met vier tellen voorsprong. “Het was leuk om juist deze wedstrijd te winnen”, zegt nummer zeven Jan Boon. “Het is prestigieus. Er kijken meer mensen naar en het is tijdens een internationale wedstrijd.” Een voorwedstrijd was er dit keer niet. “Normaal komen we dan erin”, merkt Boon. “Nu zijn we in de ochtend zelf gaan roeien om scherp te worden. Dat werkte goed als voorbereiding op de enige wedstrijd van de dag.”
Sneller
De Nereïden kwamen als tweede uit de start, achter Skøll. Pas na de helft kwamen zij er voorbij. “We wilden iets harder starten dan bij de ARB, en dat deden we ook”, aldus Boon. “We lagen dichter bij Skøll dan een paar weken geleden. Maar we weten dat we een lange adem hebben.”
Spanning
De Amsterdammers mogen zich nog net geen klassementswinnaar noemen, maar zij hebben met vijftien punten voorsprong wel heel goede papieren. Bij de laatste wedstrijd worden punten dubbel geteld, waardoor de strijd nog niet gestreden is. Boon: “De spanning is er misschien een beetje af, maar we zijn erop gebrand om de NSRF gewoon te winnen. Je kan wel het klassement winnen, maar als er eerst iemand anders die de race heeft gewonnen op het podium staat en daarna mag jij ook nog even. Dat wil je niet.”
Sterkste
Njord lijkt bij de lichte vrouwendubbelvier de sterkste te zijn. Dat bewezen zij in elk geval dit weekeinde door van begin tot eind soeverein aan de leiding te gaan. De lichte mannen uit de acht van Gyas waren al zeker van winst in het klassement, maar ze zijn nog steeds niet te stoppen. Het octet bereikte de eindstreep bijna negen seconde eerder dan de rest.
Start
Ook bij de zware vrouwenachten lijkt het Gyas te worden dat de bokaal binnensleept. De Groningers leiden het klassement al, maar voegden ook Hollandbekerwinst toe aan hun prijzenkast. “Het was zwaar vanwege de tegenwind”, blikt slagvrouw Kaatje Knol terug. De ploeg scoort constant, maar de kracht licht niet bij de start. “Dat is vaker zo, maar uiteindelijk win je de race door de snelste te zijn op twee kilometer. Waar je na vijfhonderd of duizend meter ligt doet niet ter zake”, zegt Knol wijselijk.
Constant
De ploeg scoort constant, zeker voor eerstejaars. Al vanaf de NKIR zijn zij in de regel eerste of tweede. “Maar elke wedstrijd is wel weer een nieuwe uitdaging. Goed scoren is niet iets dat er standaard bij hoort of zo. Je moet er wel iets voor doen”, zegt Knol erover. Om ervoor te zorgen dat het komend weekeinde goed genoeg gaat wordt er een round-upgemaakt in de trainingen: “technisch brengen we alles nu samen”, wil Knol kwijt over de voorbereidingen.
