Michiel Bartman: “Als junior vond ik het prachtig om bondsroeiers te zien”

Algemeen

De open brief van Toine Vergroesen maakt veel los. Hij hekelt de absentie van toproeiers bij nationale wedstrijden. Vergroesen krijgt veel bijval, maar ook heeft een aantal toppers bedenkingen. Vandaag een bloemlezing uit de reacties van mondiale kampioenen op de zogenaamde social media. Het gaat over de zichtbaarheid voor junioren, maar ook wordt een olifant in het olympisch trainingscentrum benoemd: de (vermeende) angst om te verliezen.

  • Steun de onafhankelijke roeijournalistiek en win een 10/13, doe hier mee. Alvast bedankt!

“Met weemoed denk ik terug naar de tijden van weleer. Toen we nog elke tweede week een wedstrijd startten en we volledig uitgeblust op de WK aankwamen”, stelt Stef Broenink een tikje sarcastisch op Facebook.

Meefietsen
Marloes Oldenburg startte wel bij de Hel van het Noorden, en hoe: ze won ruimschoots. “Oh, laten we allemaal medelijden hebben met die arme juniorenroeiers die zoveel moeite moeten doen om de onzichtbare bondsroeier te zien. We roeien slechts 200 kilometer per week op de Amstel, maar hé, wie wil daar nou iets van zien?”, aldus de wereldkampioen. Zij wijst erop dat de trainingen openbaar zijn en gewoon kunnen worden bekeken, ook door junioren.

De vader van Ralf en RIk Rienks schrijft: “De deelname van het nationale team aan de Koninklijke – Holland Beker eind juni dit jaar was prachtig. De damesskiff en vooral mannenskifffinale was wereldklasse! Een van de mooiste twee-kilometerwedstrijden van dit jaar, vind ik. Voor iedereen goed te volgen langs de Bosbaan. Ik begrijp overigens best dat roeiliefhebbers graag meer van dergelijke top-wedstrijden willen kunnen volgen in Nederland, maar ik begrijp ook zeker dat onze toppers keuzes moeten maken om echt te kunnen pieken.”

Inspirerend
Michiel Bartman deelt vanuit de USA via Linkedin zijn visie. “Tijden en de huidige vereisten voor het internationale roeien zijn natuurlijk anders dan toen ik roeide, maar wij vonden het NK altijd een aangewezen wedstrijd om eens lekker in andere en/of meerdere boten te racen (de bekende instapachten). Als ik nog verder terugga in de tijd toen ik junior was, vond ik het prachtig om de bondsroeiers te zien rondlopen en racen op de Bosbaan. Zeker inspirerend”, stelt Bartman.

Bartman vervolgt. “De huidige team NLresultaten zijn natuurlijk prachtig en erg indrukwekkend, maar is het bondsroeien en de (internationale) wedstrijdkalender nu te wetenschappelijk geworden in plaats van lekker potje roeien op het NK of Koninklijke? De focus is natuurlijk nu op Parijs, dus hopelijk kan de toekomstige wedstrijdplanning wat aangepast worden.”

Olifant
Er is maar één roeier die ingaat op een ander aspect dat Vergroesen inbracht: het vermijden van een rechtstreekse confrontatie tussen bondsequipe-leden en de rest van wedstrijdroeiend Nederland. Frans Göbel benoemt de olifant in de OTC-kamer. “Wedstrijdjes doe je voor je plezier. Maar de angst is groot om een keer van een mindere grootheid te verliezen. Onze Nederlandse toproeiers vervullen zo geen voorbeeld en inspiratie meer voor roeiend Nederland en jeugd.”