Ruben Knab won zondagmiddag samen met Roel Braas de nationale titel in de tweezonder. Een opmerkelijke prestatie van de 29-jarige routinier: vorig jaar moest hij zich nog tevreden stellen met een rol als reserve.
Een dag na de overwinning is Knab nog steeds wat beduusd van het succes. “Ik was voorafgaand aan het weekeinde niet erg zelfverzekerd. We roeiden nog niet lang samen en de trainingen verliepen wisselvallig. Ik denk dat veel mensen via social media ook hebben gezien dat we vorige week in een afstandje klop kregen van Govert Viergever en Jasper Tissen. Het resultaat was dus boven verwachting.”
Stabiliteit
Toch kwam het sterke optreden niet geheel uit de lucht vallen. “We hebben zeker ook goede trainingen gedraaid en tijdens een afstandje woensdag ging het heel hard. Voor mij was het alleen even afwachten welke kant het kwartje op zou vallen. Ik heb niet vaak in een twee geroeid die vooraan voer en wist dus ook niet precies wat erbij kwam kijken om echt hard te gaan.”
Concurrenten
Informatie uit sparsessies met andere sterk geachte concurrenten had Knab evenmin. “Kaj Hendriks en Harold Langen trainden gezien de coschappen van Kaj op andere tijden en Mechiel Versluis en Mitchel Steenman zijn we op aandringen van Roel bewust uit de weg gegaan. Hij is wat dat betreft een heel andere atleet dan ik en heeft vanuit zichzelf veel vertrouwen. Ik ben meer iemand die in trainingen graag de limiet opzoekt en daarmee bevestiging krijgt over mijn niveau.”
Bagagedrager
De Amsterdammer kreeg tijdens het toernooi steeds meer vertrouwen in een goede afloop. Hij stond versteld van de kracht die zijn ploeggenoot op bepaalde momenten op het water legde. “De halve finale – toen we het rechtstreeks moesten opnemen tegen Mechiel en Mitchel – was daarin erg belangrijk. Het vermogen dat Roel toen ineens kon leveren, was echt absurd. Het voelt dan alsof je op een bagagedrager zit. Na 500 meter kon het gas er al af.”
Krachtsexplosie
“Ik wist toen dat als we in de finale hetzelfde zouden doen het goed zou komen. Kaj en Harold roeiden alleen hard door in het middenstuk, dus we moesten wel een paar keer goed doorschakelen. In de eindsprint zag ik ze nog één keer komen en heb ik tegen Roel gezegd dat hij iets meer met zijn benen moest doen. Toen kwam er weer een enorme krachtsexplosie los.”
Niveau
Met de winst laat Knab duidelijk zien weer helemaal terug te zijn op zijn oude niveau. In 2012 zat hij nog in de vierzonder die bij de Olympische Spelen van Londen verrassend de finale haalde. Na een mislukt eigen project met Stef Broenink moest hij in vorig olympisch seizoen noodgedwongen achteraan bij de selectie aansluiten en uiteindelijk genoegen nemen met de reserverol.
Plezier
“Ik heb daar verder geen wrok over en ben ook niet iemand die met deze prestatie zijn gelijk wil halen. Ik kon vorig jaar zelfs begrip opbrengen voor de beslissing van Mark Emke om alles te handhaven zoals het was. Ik heb ook wel eens in een situatie gezeten waar geen stabiliteit was en wat slecht uitpakte. Natuurlijk had ik graag op een kans gehoopt, maar uiteindelijk heb ik – ondanks dat ik weinig wedstrijden kon starten – alsnog veel plezier gehad. Dat is voor mij het belangrijkste.”
Doelen
Dat laatste haalde hij uit het stellen van korte- en lange termijndoelen. “Ik kreeg de vrijheid eigen trainingen te doen en mocht ook skiffen in Henley. Dat was een fantastische ervaring. Daarnaast heb ik – toen ik hoorde dat ik reserve was geworden – bedacht dat elke haal die ik met deze groep zou maken mooi meegenomen zou zijn. Dat ben ik mezelf steeds blijven voorhouden.”
Geduld
De roeier kreeg uiteindelijk de waardering voor zijn rol. “Mark heeft later naar mij uitgesproken dat hij nog nooit zo’n goede reserve had gezien. Ik denk dat hij dat meent, anders was ik nu ook niet met Roel in de twee gezet. Voor mijn gevoel is deze overwinning na al die jaren van trainen een bevestiging van mijn niveau. Dat is mij het meest waardevol. Ik ben beloond voor mijn geduld.”
Wereldbeker
Knab krijgt alleen geen kans om verder te gaan met de twee. Hij start waarschijnlijk met Braas, Boaz Meylink en Bjorn van den Ende de eerste wereldbeker in de vier. “Ik vind dat verder helemaal niet erg. Ik ben niet zo eerzuchtig dat ik de helft van het succes wil hebben. Een ploeg met een mooie mix aan persoonlijkheden en kwaliteiten is mij veel meer waard.”
©NLroei, 25-4-2017