Inge Janssen: ‘Heerlijk om een lege agenda te hebben’

Algemeen Interview

Inge Janssen was vorige week dagelijks in het nieuws. De wereldkampioene in de dubbelvier werd vrijdag nog uitgeroepen tot de beste roeister van de wereld. Een dag later kondigde ze aan een seizoen verlof op te nemen. Een vraaggesprek.

Janssen was niet uit het brandpunt van de media weg te slaan. Zo werd ze derde bij de Hel, haar skiff donderde vervolgens van de botenwagen en werden haar ploeg en haar coach Josy Verdonkschot op de longlist gezet van de NOC*NSFverkiezing. Daarbij bleef het niet. Door FISA werd ze gelauwerd tot de beste roeister van de wereld. En toen maakte de eigenzinnige Orcaroeister een opmerkelijke beslissing bekend. Zaterdagochtend zette ze een streep onder haar roeicarrière, zij het voorlopig.

Nog niet gedoneerd aan NLroei? Doe het nu!


Bom

Dat nieuws sloeg in als een bom. De rookwolk die dat veroorzaakte, ontnam het zicht op een ander nieuwsfeit: zowel de wereldkampioenen in de dubbelvier als vrouwencoach Verdonkschot belandden niet op de shortlist van de NOC*NSF-verkiezing.

Drijfveer

Janssen is niet iemand die heeft geroeid voor juryprijzen. Als ze in een boot aan de start ligt, wil ze winnen. Die drijfveer openbaarde zich toen ze tien jaar geleden aanmonsterde bij een eerstejaarsacht die vrijwel alles won wat er te winnen was.

Goud
Ze nam vervolgens zelf het roer in handen, vertrok naar de Verenigde Staten en combineerde daar haar studie met roeien in het zogeheten collegeverband. Terug in eigen land belandde Janssen vrij snel in bondsboten en figureerde bij de Olympische Spelen van Londen, behaalde in 2013 de a-finale bij de WK in de skiff en – om maar wat te noemen – won het zilver bij de spelen van Rio en niets minder dan goud bij de WK van dit jaar.

Waarom?

“Ik merkte dat mijn motivatie dit seizoen minder werd. Ik heb tien jaar dagelijks getraind. Met plezier. Maar het legt ook een enorm beslag. Ik verlang naar vrijheid. Om hele gewone dingen te doen waar ik jarenlang zelden aan toekwam. Zoals met mijn vriend op vakantie gaan. Maar ook – zoals afgelopen weekeinde – Sinterklaas vieren.”

Afgelopen seizoen is het hoogste haalbare bereikt, namelijk de wereldtitel. Ontbrak er daardoor aanstaand seizoen een aansprekend doel?
“Dat had gekund. Maar dat is eigenlijk helemaal niet zo. We zijn er als ploeg juist op gebrand er nog meer uit te halen. Voor mijn gevoel is onze dubbelvier de nieuwe standaard. Daarom wil ik ook dolgraag naar Tokio.”

Een dilemma?

“Zeker. Daarom wil ik er een jaar tussenuit en meld ik me volgend jaar weer in september. Dan zal ik proberen om weer terug te komen. Of me dat lukt is de vraag. De onderlinge concurrentie is groot. En richting Tokio is er dan nog maar twee jaar.”

Verdonkschot van de leg?

“Hij vindt het wel jammer, maar kent me inmiddels goed genoeg. Hij heeft me niet over proberen te halen. En hij heeft de beslissing bij mij gelaten. Hij was wel voor glasheldere afspraken. Ik stop er voor een jaar mee en meldt me na de WK. Niet meer, niet minder.”

Wie eenmaal de vrijheid proeft, wil er meer van.

“Dat kan zeker zo zijn. Ik ga er vanuit dat ik volgend jaar weer meedoe. Maar dat is natuurlijk niet 100 procent zeker. Ik heb geen contract getekend, of zoiets.”

Was het niet gunstiger geweest om afgelopen seizoen te pauzeren?

“Puur fysiek natuurlijk wel, maar ik had het voor geen goud willen missen. Maar het belangrijkste is dat ik nu een vrijwel lege agenda heb. Heerlijk. ”