Een cocktail van adrenaline, prestatiefrustratie, druk en doorzettingsvermogen

Algemeen Commentaar Nabeschouwing

Het kon niet op bij de WK van 2019. Het finaleweekeinde leek er eentje uit het Okeanosboekje te worden: liever alles op zaterdag. De ene medaille werd aan de andere geregen. Op zondag werd de succesreeks echter voortgezet. Dat begon met belangrijke kwalificatieplaatsen van Amos Keijser en de voormalige (Pampus)polderkinderen Niki van Sprang en ‘reserve’ Laila Youssifou, behaald in de B-finales. Voorzichtig kunnen ze over Tokyo gaan dromen.

Het feest ging verder. Er staat geen maat op de ‘dubbelvierreservisten’ Roos de Jong en Lisa Scheenaard. Ze pakten verrassend brons, hoewel het geen verrassing is dat zij verrassen. Dat doen ze namelijk voortdurend. En ein-de-lijk haperde de Holland Acht niet. De ploeg van coach Mark Emke heeft het lek boven en is ontketend. Een dikke taft scheelde het slechts met de Duitsers, die blij waren dat ze de finish hadden gepasseerd.

Met inmiddels zes medailles in olympische bootklassen moest de beste oranjeprestatie nog komen. In de enige echte koningsklasse – de skiff – trok Stef Broenink ten strijde. Hij nam op een gegeven moment de leiding en hield die een ongeveer een kilometer lang vast in een veld waarin vijf skiffeurs aan elkaar gewaagd waren. Olivier Zeidler won. Broenink werd vijfde. Daartussen zaten dus nog drie skiffeurs. Vijf skiffs passeerden de bubbellijn binnen een bootlengte, de finishtoeter klonk maar één keer. Sinds 1968 de beste prestatie van een oranje skiffeur.

Wat heeft de oranje armada een cruciale stap gezet ten opzichte van vorig jaar. Toen waren veel ploegen goed in de voorronden, maar kwamen de finales niet uit de verf. Het resultaat van de WK in Tampere (1995) is in 2019 overtroffen. Daar werden vijf medailles behaald, de goede kleur zat daar niet bij. Nu waren er zeven, waarvan één van goud. En nog eens drie stuks van de para’s. Nederland heeft volgens IOC-normen tien van de veertien boottypen voor Tokyo gekwalificeerd en staat samen met Groot-Brittannië aan kop van dat prestigieuze lijstje.  

Coach Mark Emke zal er gisteravond vast een paar alcoholische versnaperingen op hebben genomen. De afgelopen jaren zat hij er bij persmeetings na afloop van de WK vaak een tikje beteuterd bij. Terwijl zijn collega Verdonkschot kon shinen met zijn vrouwen die wel medailles uit de WKvijver visten.

Aan de vooravond van de WK verscheen er een NRCinterview met Verdonkschot waarin een passage is opgenomen die gelezen zou kunnen worden als een verkapte sollicitatie naar de functie van hoofdcoach voor alle roeiers en roeisters: ‘Een samenloop van omstandigheden bracht hem aan het hoofd van de vrouwenselectie. En die coacht hij met alle beroepseer die in hem schuilt, maar Verdonkschot is coach, geen vrouwencoach.’

Emke stond zwaar onder druk. Niet in de laatste plaats kwam die druk uit hemzelf. Hij roeide zo’n vijftien WK’s, als coach heeft hij er inmiddels ongeveer net zoveel afgewerkt. Hij geniet van de toernooispanning en lijkt verslaafd aan adrenaline. Maar de roes is vaak kort. Vorig jaar moest hij na afloop van de WK zwaar in de verdediging. “Natuurlijk is het balen dat het net niet lukt, maar we zitten met twee boten toch écht niet ver van het podium. Het zijn maar kleine dingen die bepalen of het net wel of net niet lukt”, noteerde NLroeiredacteur Coen Eggenkamp destijds.

Bondscoach Verdonkschot heeft voor volgend jaar liefst vier medaillekandidaten. Hij gaat vast alle excelmapjes nader analyseren, want hoe kan het toch dat drie van zijn ploegen zo goed scoorden, ondanks een gemankeerde voorbereiding? Of was het juist dankzij? Verdonkschot kan als geen ander aanvankelijke penarieploegen alsnog optimaal prepareren.

Afijn. De druk is er even af. Mark Emke is de trotse hoofdcoach van de gouden mannendubbelvier, eigenhandig coachte hij de Holland Acht naar zilver, rakelings naast goud. Er gaat nog een vergelijking op met de WK van 1995. De Holland Acht werd toen ook tweede. Nu weten we hoe het toen afliep (voor de jonge lezers en vergeetachtigen: olympisch goud voor de Holland Acht).

Wat het volgend jaar gaat worden, weten we nog niet. Dat maakt het ook zo fantastisch fascinerend. Het is ook de reden waarom de NLroeiredactie graag verslag wil doen van (de weg naar) Tokyo. Daar is poen voor nodig. We willen van NLroei geen betaalsite maken, maar het open houden voor iedereen. Vandaar dat wij een crowdfundactie hebben. Draag bij – het kan hier – dan verslaan wij tot en met de Olympische Spelen.