Van Dorp: ‘Het was heel maf om Drysdale in te halen’

Achtergrond Voorpagina Wedstrijden

Simon van Dorp was met zijn acht van Washington afgelopen weekeinde verrassend de snelste bij de Head of the Charles in Boston. NLroei sprak hem over deze overwinning en zijn eerste maanden in Amerika.

De winst van de pas 19-jarige tweevoudig wereldkampioen in het hoogste veld bij de grootste wedstrijd ter wereld was voor de buitenwacht een regelrechte sensatie. De Great Eight met enkel internationale toppers als Damir Martin en Mahe Drysdale aan boord werd met 35 seconden verslagen en ook het Engelse Leander met een aantal olympische kampioenen in de boot werd op flinke achterstand gezet.

Maf
“Het was inderdaad heel maf allemaal. We haalden beide boten zelfs in. Dan ga je toch even bij jezelf denken: ‘hé dat is Drysdale en daar ga ik nu langs’. Een hele gekke gewaarwording. Ze zullen niet zo fit zijn geweest, twee maanden na de Spelen maar het is toch heel leuk om die mannen een keer te pakken. Het gaf een behoorlijke boost voor het zelfvertrouwen”, aldus Van Dorp.

Fitheid
Ondanks dat ze tijdens de race beide internationaal hoog aangeslagen ploegen inhaalden, durfde Van Dorp niet meteen te denken aan de winst. “We hadden in de dagen ervoor ook de achten van California, Harvard en Princeton zien trainen en dat zag er behoorlijk strak uit. Daarnaast wisten we niet hoe fit die mannen uit de Great Eight en Leander waren, dus wisten we niet wat het waard was om die boten in te halen.”

Bikkelen
Ook had de ploeg moeite met het passeren van andere boten. “We haalden Leander in via de buitenbocht. Dat was niet ideaal.” Over de eigen race was de Amsterdammer niet meteen compleet overtuigd. “Er stond een enorm harde wind. Het echt lekkere roeien duurde dus maar kort. Voor de rest was het vooral zo hard mogelijk tegen de wind in bikkelen.”

Kwaliteit
Uiteindelijk bleek de boot van Van Dorp twaalf tellen sneller dan de acht van California waar ook zijn ploeggenoot van afgelopen zomer in de U23-acht, Maarten Hurkmans, in zat. Maar liefst drie andere boten waren sneller dan de verzameling internationale toppers in de Great Eight. “Dat komt omdat het niveau hier ontzettend hoog ligt. Elke grote universiteit heeft een berg aan kwaliteit en hele sterke jongens van overal ter wereld. Daar win je niet zomaar van.”

Ploeggenoten
Van Dorp zat op positie 5 in zijn boot. Zijn slagman pakte goud in de twee-zonder bij de wereldkampioenschappen onder 23 jaar en de nummer 7 is tweevoudig wereldkampioen bij de junioren. “En zo kan ik nog wel even doorgaan. We hebben zestien man die flink aan elkaar gewaagd zijn en dat geldt net zo goed voor de andere grote universiteiten.”

Oproep
Wat volgens de roeier van Willem III ook telde, is dat zijn universiteit in vergelijking tot vorig jaar drie weken eerder was begonnen met trainen. “Toen eindigden ze hier als vierde en dat vonden ze niet goed genoeg.” Het gold ook voor Van Dorp, ondanks dat hij toen pas net de wereldkampioenschappen onder 23 jaar achter de rug had én hij als eerstejaars eigenlijk niet eerder naar Seattle had hoeven komen. “Uiteindelijk was het toch wel slim, anders had ik misschien de snelste acht niet gehaald. Nu kon ik ook alvast wennen aan het grotere trainingsvolume.”

Nederlanders
Met zijn vertrek naar Amerika volgde hij het voorbeeld van enkele van zijn voormalige ploeggenoten waarmee hij vorig jaar wereldkampioen werd bij de junioren in de acht. “Ik denk dat het heel goed is dat veel Nederlandse jongens dit doen. Je traint in een enorm competitieve omgeving. Maarten Hurkmans en Max Ponsen (die bij Boston University roeit, red.) kwamen niet bepaald slechter terug deze zomer. We zijn niet voor niets daarna wereldkampioen onder 23 jaar geworden.”

California
Zelf koos de roeier van Willem III voor de universiteit Washington, de grote rivaal van California waar eerder al een aantal andere Nederlandse roeiers heen gingen, zoals Olivier Siegelaar, Niki van Sprang en de eerder genoemde Hurkmans. “Het is niet dat ik per sé iets anders wilde, maar toen ik hier voor een eerste kennismaking kwam, voelde ik me meteen op mijn gemak. Wel is het fijn dat Michiel Mantel hier ook roeit. Daar kan ik mooi af en toe Nederlands mee praten.”

Twee-zonder
Van Dorp had ook een inhoudelijk reden om voor Washington te kiezen. “In tegenstelling tot veel andere universiteiten varen wij relatief veel in kleine nummers. Ik wilde hier niet alleen maar naar toe om fysiek veel sterker te worden.” Zijn club heeft een uitstekend track-record. Tussen 2011 en 2015 werd vijf jaar op rij het nationale titel voor studentenachten behaald. Alleen vorig jaar ging de winst naar California.

Rivaliteit
Met Hurkmans is hij desondanks nog steeds goed bevriend. “Het voelt wel een beetje gek, want ‘Cal’ wordt hier door velen gehaat. Maar aan de andere kant is kan die rivaliteit ook alleen maar ontstaan uit wederzijds respect. Als één van de teams slecht was geweest, had het nooit bestaan. Dat maakt het juist ook wel mooi. De rivaliteit wordt nog eens flink versterkt doordat de coach van Washington, Michael Callahan ooit is uitgeselecteerd voor de Amerikaanse acht door Mike Teti, die nu California coacht.”

Olympische Spelen
Voorlopig blijft Van Dorp in Washington. “Zolang ik het gevoel heb dat ik hier beter word, ga ik niet terug. Ik wil wel op onder 23-niveau naar WK’s blijven gaan. Eventueel kan ik voor de Olympische Spelen van 2020 een tussenjaar plannen zodat ik me dan in het nationale team kan roeien mocht dat zich aan doen. Maar dat duurt nog even. Eerst maar eens zorgen dat dat een mogelijkheid wordt.”

©NLroei, 29-10-2016