Jelmer Bennema (Oxford): ‘hard roeien, hard studeren’

Interview

Het is altijd een tikje kolderiek beeld: acht roeiers en een roerganger stappen met lange rubberen kaplaarzen de (vervuilde) Theems in. Vervolgens klauteren zij hun roeiboot in die daar op het water ligt te wachten. Even later trappen de roeiers af voor de oudste en de wereldwijd best bekeken roeiwedstrijd van het jaar: The Boat Race. Morgen trekt Jelmer Bennema zijn donkerblauwe laarzen aan. Want hij zit op boeg bij Oxford. Zijn doel is om als eerste roeier over de finish van de 169e te gaan, want dan is rivaal Cambridge verslagen. NLroei sprak hem daags voor de wedstrijd. 

Bennema heeft er zin in. “We voelen als ploeg absoluut de druk. Je merkt dat het hier groot is. Dit wordt ook gemarkeerd doordat we van de week een hotel zijn ingetrokken. Speciaal om ons gezamenlijk voor te kunnen bereiden op de race. Maar je merkt het ook op straat. Als mensen ons zien lopen, hebben ze het over the Boat Race. Best apart om te worden herkend.”

Bliksemstart
Hij voelt dat de druk steeds verder toeneemt. “Straks staan er honderdduizenden mensen langs de kant, via camera’s in bootjes en een helikopter kijken miljoenen mensen over de hele wereld mee. Je merkt dat dit in de aanloop naar de race wat met je doet. Onze coach Sean Bowden is bijzonder ervaren, hij probeert een sfeer te creëren waarin wij de druk in ons voordeel gaan gebruiken.”

Alleen al het geluid van de TV-helikopter zal zorgen voor extra adrenaline in het fysieke systeem van de roeiers. En dat is nodig. “We moeten na de start vooraan zien te komen. Dat is cruciaal. De wedstrijd duurt meestal ruim langer dan een kwartier, maar de eerste vijf à zes minuten gaat iedereen voluit om maar aan kop te komen. Soms komt het voor dat er nog wordt ingehaald, maar dat is een zeldzaamheid.”

Viking
De Nederlandse toeschouwers kennen nu een beetje het raceplan van Oxford, maar de achtergrond van Bennema is voor velen onbekend. Hij begon met roeien in een rubberen opblaasboot en meldde zich vervolgens bij het Utrechtse Viking aan. Daar werd hij door de sport gegrepen. Bennema etaleerde al vroeg zijn talent. Hij was als 15/16-junior skiffkampioen van Nederland en behaalde onder andere met de aanstaande Parijs-ganger Eli Brouwer een titel in de vierzonder. Hij nam later als junior deel aan WK’s.

“Toen werd ik door scouts van Amerikaanse universiteiten benaderd. Het leek me wel wat, maar niet alleen om daar te roeien. De studie vind ik net zo belangrijk, of misschien wel belangrijker. Ik ben er gaan kijken en mijn keuze viel uiteindelijk op Princeton.

Oxford
Bennema is er inmiddels cum laude afgestudeerd. Hij deed ‘Science and Engineering, Operations Research and Financial Engineering’. “Het was een pittige studie, natuurlijk ook omdat we er hard bij moesten trainen, maar in de USA wordt er rekening gehouden met ons trainingsprogramma.”

Dat is in Groot-Brittannië anders. “Na Princeton had ik mij aangemeld voor een studie in Oxford. Daarvoor ben ik aangenomen, maar het feit dat ik kan roeien vonden ze helemaal niet belangrijk. Dat speelde zelfs geen enkele rol. Bij de Oxford University Boat Club waren ze blij verrast dat ik er ging studeren. Er wordt bij de nauwelijks rekening gehouden met het gegeven dat we meedoen aan de Boat Race. Zo heeft een ploeggenoot volgende week gewoon een tentamen. Wat dat betreft is het voor ons allemaal hard studeren, maar ook hard roeien. Ik houd daar wel van. Oxford vind ik echt een aanrader voor roeiers uit Nederland. Het is een uitstekende universiteit en roeien kun je hier op hoog niveau.”

Stokpaard
Bennema kent de sport van binnenuit in drie vooraanstaande roeilanden. “Er zijn verschillen. In Nederland speelt subtiele techniek een grote rol. In de USA zet je acht sterke gasten in een boot. Dat werkt ook. We hebben bij Princeton een acht die 5:23 over 2K roeide. De Britten zijn veel bezig met de catch. Zo heeft elk land zijn stokpaarden.”

Alle verschillen ten spijt, morgen wint het snelste collectief. Beide ploegen hebben een flink aantal buitenlanders binnen de gelederen. Dat maakt samen varen extra speciaal. “Cambridge won vorig jaar, er zitten nog vijf winnaars van toen in de boot van nu. Toch geloven wij in onze overwinning”, blikt Binnema vooruit. “Het sparren ging goed. We gingen gelijk op met Leander. In die acht zitten meerdere wereldkampioenen. Het wedstrijdparcours is wel bijzonder. Er zitten door de wind en de stroming bijna altijd heel slechte stukken tussen. Zo slecht dat je in Nederland direct een vaarverbod zou afkondigen. Hier gaat het gewoon door, ook daarmee zullen we moeten dealen.”