De verwachtingen voor de Holland Acht waren hoog, voorafgaand hun olympische finale in Tokyo. Het team hoopte op goud, maar eindigde uiteindelijk als vijfde. Mechiel Versluis blikt terug op het toernooi.
”Nee, ik ben er niet echt tevreden mee”, zegt Versluis over het eindresultaat. ”Best gek eigenlijk, want tijdens de spelen in Londen (in de vierzonder, red.) werden we ook vijfde en daar was ik wél tevreden mee. Dit keer voelt het anders.”
Topvorm
Op de vraag wat er precies misging tijdens de finale heeft hij geen duidelijk antwoord. ”Het trainen in de aanloop naar Tokyo ging volgens mij heel goed. We waren snel, we voeren tijden die ik nog nooit eerder had gevaren. Het voelde alsof we steeds verder groeiden naar een topvorm.”
Maar vlak voor vertrek was er die corona gerelateerde chaos. ”We kwamen later aan dan gepland, dus was er minder tijd om te wennen aan de warmte en omstandigheden. We hadden nog een jetlag. Vervolgens werd de voorwedstrijd een dag vervroegd. Dat was allemaal niet ideaal.”
Toch wonnen de HollandAchtmannen de voorwedstrijd op overtuigende wijze. ”Terwijl dat voor mijn gevoel niet onze best haalbare race op dat moment was. Er was nog wel verbetering mogelijk”, zegt Versluis.
Voor zijn gevoel was de ploeg voor de finale een stuk beter voorbereid. ”We hadden genoeg tijd om te wennen aan alles, we waren uitgerust, en we gingen hard tijdens de trainingen.” Maar iets was niet helemaal in orde.
‘Geprobeerd wat te forceren’
Versluis probeert de race weer voor de geest te halen. ”De eerste 500 meter lagen we niet gelijk vooraan. De tweede 500 meter bleef dat verschil ongeveer hetzelfde. Daarna liepen we een beetje uit. We probeerden nog wat te forceren om toch iets goed te maken, maar dat lukte niet. Het voelde alsof er minder energie in de boot zat.”
”We zijn geen constante boot”, vervolgt hij. ”We kunnen met deze ploeg megasnel varen maar het komt er niet altijd op het juiste moment uit. Dat is ook wel lastiger bij een acht: die constantheid wordt moeilijker naarmate er meer mensen in een ploeg zitten. Je hebt acht variabelen.”
Teamspirit
Een gebrek aan teamspirit was volgens Versluis niet het probleem. ”Iedereen wilde winnen. Ik denk niet dat je per sé allemaal vrienden met elkaar hoeft te zijn om goud te veroveren. Maar je moet wel met elkaar samen kunnen werken. En vooral in de laatste periode richting de spelen ging dat heel goed bij ons.”
Ondanks het teleurstellende resultaat is er bij Versluis geen sprake van spijt. ”Vooraf heb ik twijfels gehad of ik wel voor Tokyo wilde gaan. Ik ben blij dat ik het toch heb gedaan. Dat ik drie keer heb deelgenomen aan de Olympische Spelen, het hoogst haalbare in de roeiwereld. Daar ben ik trots op.”