Nederland kiest voor olympische zware vrouwenvier en ruilt lichte mannenvier in

Achtergrond Kort

De roeiwereld wordt deze maand min of meer door het IOC gedwongen een keuze te maken tussen de lichte of zware vier zonder stuurman. De Nederlandse bond zal kiezen voor het FISA-voorstel om de lichte vier zonder stuurman bij de Olympische Spelen in te ruilen voor de zware vier zonder stuurvrouw.

Bondsvoorzitter Rutger Arisz licht de keuze toe. “De KNRB is net als de hele roeigemeenschap voor het gelijktrekken van het aantal roeiplaatsen van mannen én vrouwen, dat doet recht aan de zogenoemde gender equality. Het IOC heeft ook aangegeven het lichte roeien na 25 jaar terug te willen schroeven of zelfs helemaal te laten verdwijnen. Daarom is dit in onze ogen de beste middenweg en blijft er een startmogelijkheid voor de lichte mannen behouden.”

Ingreep
Arisz is van mening dat het lichte roeien positief bijdraagt aan de verbreding van de sport. Toch stemt zijn bond niet voor het toevoegen van de lichte vrouwenvier. “Het FISAcongres is bij de WK in Rotterdam door Dennis Oswald (redactie: voormalig FISAvoorzitter, tegenwoordig IOC-lid) gewaarschuwd om ons niet IJzerenheinig op te stellen en nog een extra licht nummer toe te voegen. De kans bestaat dat het IOC dan ingrijpt en het complete lichte roeien schrapt. Vergelijkbare maatregelen zijn genomen bij andere federaties die niet wat water bij de wijn hebben gedaan. Oswald is overigens pro het lichte roeien, hij heeft er voor gezorgd dat het in 1996 een olympische discipline werd.”

Verdomhoekje
Het kan erop lijken dat het lichte roeien in het verdomhoekje van de roeibond zit, want recent werd bekend dat Jeroen Spaans als bondsoach voor de lichte mannen wordt overgeplaatst naar de afdeling talentontwikkeling. Hij krijgt geen opvolger. Arisz ontkent echter dat de bond de lichte mannen laat vallen. “Als er een goede ploeg is, wordt die opgenomen in de equipe. En ik wil er graag op wijzen dat we voor de lichte vrouwen ook geen aparte coach hebben. Toch had Nederland daarmee goud in handen.”