De skiff-finale bij de mannen in Luzern stond niet alleen in het teken van het winnen van de wereldbekerstrijd, ook de startplekken van Nieuw-Zeeland en Duitsland voor de WK in Plovdiv stonden op het spel. Beide grootmachten hadden twee gegadigden voor dat startbewijs en alle vier bereikten de finale.
In die eindstrijd bleek wereldrecordhouder Robert Manson verreweg de fitste. De Nieuw-Zeelander kwam tijdens de race amper onder de tempo 40 en declasseerde het veld volledig in de tweede 1000 meter van de race. Zijn nationale concurrent en tweevoudig olympisch kampioen MahDrysdale kwam geen enkel moment in de buurt en zal dus niet begin september naar Plovdiv afreizen. Behalve als zijn nationale roeibond nog een plek voor hem ziet in een andere boot, al is het zeker de vraag of de inmiddels 39-jarige routinier daar nog zin in heeft.
Zeidler
Ook de Duitsers hadden een onderlinge strijd binnen de finale. Het jonge supertalent Tim Ole Naske (21), die tot twee keer toe in de skiff wereldkampioen bij de roeiers onder de 23 jaar werd en bij afgelopen senioren-WK op de zesde plaats eindigde, lijkt overvleugeld te worden door een nieuwe ster aan het front. De even oude Oliver Zeidler roeit pas anderhalf jaar en schiet als een komeet richting de top. Na twee derde plaatsen in Belgrado en Linz, werd het op de Rotsee zilver voor de oud-zwemkampioen. Zijn tegenstrever Naske, die hem in Linz nog te snel af was, eindigde nu als zesde. Zeidler gaat nu naar het WK en voor Naske is het afwachten. Wellicht kan de dubbelvier die vierde werd zijn kracht nog wel gebruiken.
Wereldbeker
Hoewel beide ploegen geen medaille binnenhaalden, was er toch nog een aardige prijs voor twee Nederlandse vrouwenboten. Zowel de dubbeltwee van Roos de Jong en Lisa Scheenaard (waarbij Karolien Florijn de tweede wereldbeker roeide op de plek van Scheenaard) als de vrouwenacht behaalden ondanks hun vierde plaats in Luzern, wel de algemene wereldbekerzege binnen. Een prijs die niet vaak door een oranje ploeg wordt binnengehaald. Nederland behaalde in Luzern 32 wereldbekerpunten en eindigde daarmee als gedeeld vier met Polen en Australie. Nieuw-Zeeland won met een grote marge voor Duitsland en Canada dat verrassend als derde eindigde.