Lichte beginneling wereldkampioen in 6:45,6: ‘eerst vond ik ergometeren saai’

Interview

Een studentenvereniging met de blinde ambitie om het eerstejaarsklassement te winnen zou Martin Luirink moeten ronselen. Hij trapt namelijk 6:45,6 op de ergometer, is licht én beginneling. Puntje van aandacht: de beste man is 60 jaar en of hij van zijn vereniging Beatrix transfervrij mag vertrekken is de vraag. Want Luirink is goud waard. Dat bewees hij dit weekeinde. In Parijs werd de lichtgewicht wereldkampioen in de 60+klasse. NLroei sprak hem.

Steun NLroei, word donateur! Dat kan hier. Alvast bedankt!

Zonder het te weten is Okeanos aan het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw een uitzonderlijk talent misgelopen, blijkt met de kennis van nu. Want een beginnend VUstudent bleef lekker volleyballen, terwijl hij zo’n 40 jaar later sneller gaat dan het NKIR-record voor eerstejaars lichte ploegen.

Volleybal
“Volleyballen deed ik vanaf mijn 15e jaar, en dat bleef ik doen toen ik ging studeren”, vertelt Luirink. “Ik heb dat tot na mijn veertigste volgehouden, was er behoorlijk fanatiek mee, maar miste het echte talent ervoor, bovendien ben ik er niet lang genoeg voor.”

Saai
Luirink raakte de volleybal later niet meer aan en stopte ook met roken(!). Dat had nadelen. De naald van zijn weegschaal begon steeds hardnekkiger richting de 100 kilo te wijzen. Dat was tijd voor de anesthesist om het roer om te gooien en weer aan sport te gaan doen. Op aanraden van een vriend die ooit had geroeid, haalde hij een ergometer in huis. “Ik had hem drie keer gebruikt en zette het toen in een hoek, ik vond het saai.” Op een goed moment stofte de tegenwoordig in Waalre wonende Amsterdammer zijn Concept2 toch maar af, en de rest is inmiddels historie.

Investeer
Hij raakte een beetje in de ban van records. Het verkleinwoord mag er gerust af, naar eigen zeggen traint hij nu zo’n 150 kilometer per week. “Dat is zo gegroeid. Na een tijd trainen kwam ik er al snel achter dat het record in mijn toenmalige leeftijdscategorie binnen bereik kon komen. Ik hoorde olympisch kampioen Marit van Eupen een keer op de radio zeggen dat ‘je met roeien terugkrijgt wat je erin stopt’. Ik investeer ook in trainen. En ze heeft gelijk, zo bleek.”

Aanval
Luirink worstelde in het begin wel met zijn gewicht. “Het lukte me steeds net niet om op gewicht te komen. Maar tijden waren wel snel. Maar het 55+ lichtgewichtrecord stond net iets te scherp. Omdat ik het rustiger aan ben gaan doen op mijn werk, was er meer tijd om te trainen. Dat cumuleerde nu heel mooi in Parijs. De wereldtitel is binnen. Maar voor het wereldrecord lichtgewicht 60+ moet ik nog iets meer dan drie seconden sneller, dat is best veel. Maar ik ben in vorm. Ik overweeg over drie weken in Boston te starten, of over twee in Rome.”

Beatrix
Inmiddels heeft Luirink het roeien op het water ontdekt. “Beatrix is mijn club, ik skiff in een C-1, later mag ik naar glad. Ik vind het harstikke leuk om te doen. Veel minder saai dan ergometeren. En ik maak gemakkelijk wat extra kilometers. Dat draagt weer aan mijn ergometerdoelen bij.”