Gisteren mocht de praeses van Njord het eerste exemplaar van “Njord in de oorlog” uitreiken aan de rector magnificus van de Leidse universiteit. In november staat de universiteit altijd stil bij de Cleveringalezing. Daarmee wordt jaarlijks herdacht dat na de lezing op 26 november 1940 waarin Cleveringa protest aantekende tegen het ontslag door de Duitsers van joodse collega’s, de universiteit door de Duitsers werd gesloten. Met die sluiting kwam ook het studentenleven feitelijk stil te liggen en dus ook Njord.
De oorlogsperiode is een periode om ook nu 75 jaar later nog steeds bij stil te staan. En het is van belang, dat ook jongeren goed worden geïnformeerd. Het boekje van Njord zal daarom dan ook aan de eindexamenklassen van de scholen in Leiden worden verstrekt. Het is ook op de halen in de universiteitsgebouwen.
Kern van het verhaal is, wat deden de Njordleden, overigens toen alleen nog mannen, in de oorlog. Een deel zat thuis, een deel bestuurde dapper Njord om op het gebouw, de boten en de centjes te passen en een deel ging in het verzet. Bij die laatste groep zaten zo een vijfentwintig Engelandvaarders. De tocht naar Engeland ging vaak langs andere Europese landen en duurde lang. Ook lang niet iedereen haalde het. Er verdronken mensen onderweg en er werden mensen onderweg of naderhand gevangen genomen. Andere mensen gingen in Nederland zelf in het verzet. Voor beide groepen geldt dat een aantal gearresteerd is en net als joodse roeiers in het concentratiekamp terecht kwam en dat vaak met de dood heeft moeten bekopen.
Ook nu geldt, laten wij dit niet vergeten. Ook het roeien werd dus in de oorlog geraakt en goed dat Njord er juist ook met jongere mensen bij stil staat.