Holland heerst in Belgrado, Nederland dé WKgrootmacht van het roeien

Algemeen

De VOC verbleekt bij de oranje WKarmada van het historische roei-jaar 2023. En dat is meerdere opzichten een goede zaak. In het pre-olympische jaar kaapten de bondsroeiers zes gouden medailles voor buitenlandse neuzen. En er waren er drie van zilver. Om daarmee de opsomming te beginnen: de vrouwendubbelvier, de Holland Acht en WK-skiffdebutant Simon van Dorp zaten alle drie in het kielzog van de wereldkampioenen.

Pararoeier Corné de Koning pakte de eerste titel. Gisteren werden Veronique Meester en Ymkje Clevering in de twee, de vrouwenvierzonder én de mannenquadruple de besten van de wereld. Vandaag voegden dubbelaars Stef Broenink en Melvin Twellaar daar goud aan toe. En Karolien Florijn prolongeerde in het Nederlandse vlaggenschip haar wereldtitel en is daarmee andermaal de allerbeste roeister van de wereld. En dan waren er nog twee ‘houten medailles’, oftewel vierde plaatsen.

Veelvraten
Nederland showde een zeldzame superioriteit. Dat is altijd fijn vlak voor de Olympische Spelen. De enige andere grootmacht is Groot-Brittanië waar het wedstrijdroeien zo’n beetje is uitgevonden. De Britten haalden ook zes gouden plakken binnen, maar zij moeten het stellen met één zilveren en twee van brons. De rest van de wereld kon veertien gouden medailles verdelen waarvan Roemenië en Italië er samen vijf inpikten.

Schaatsen
Nederland kwalificeerde in totaal tien boten, vanochtend heeft de vrouwendubbel zich ook daarbij gevoegd, de Holland Acht voldeed (meer dan) ruimschoots aan de norm. De enige dissonant was de tweezonder bij de mannen, uitgerekend het boottype waar een andere Nederlandse ploeg wel op kwalificatiekoers lag, strandde de WK-opstelling van oranje in de D-finale. De roeiers heersten zoals eigenlijk alleen de Nederlandse schaatsers dat doen: tien olympische startbewijzen, 80 procent met een medaille, de helft van de aanstaande olympische vloot won goud. Over 320 dagen beginnen de Olympische Spelen.