Bonje bij bond: gênante vertoning vraagt om openheid

Commentaar

De rapen zijn gaar. Precies een week voor de start van het olympisch roeitoernooi bracht De Telegraaf afgelopen zaterdag een artikel (zie hieronder) over toproeiers, stafleden en bureaumedewerkers die het KNRB-bestuur en de algemene bondsdirecteur weg zouden willen hebben. Zij zijn incompetent en creëren een onveilig werkklimaat, zo wordt er in de grootste krant van Nederland gesteld. Het ontslag van technisch directeur Hessel Evertse lijkt de voornaamste grief. De krant baseert zich onder meer op vertrouwelijke stukken en niet met naam genoemde bronnen.

Voor wie de roeisport alleen volgt via KNRB.nl, Roeien.nl of het gezagsgetrouwe magazine Roei! komt deze polarisatie-eruptie als de bekende donderslag bij heldere hemel. Zelden tot nooit wordt via die media een kritische noot gekraakt. De roeisport wordt er eerder geëtaleerd als een vrolijk sprookje uit Disneyland dan dat meerdere kanten van een medaille zichtbaar worden gemaakt. De permanente goed-nieuws-show lijkt vooral opgevoerd om sponsors te paaien.

De gênante motie van wantrouwen zoals afgedrukt in De Telegraaf is een herhaling van zetten. In 2022 eiste een een soortgelijke groep roeiers en coaches het vertrek van bondsvoorzitter Rutger Arisz en secretaris Hélène Fobler. En zij stapten beiden – onder opgaaf van andere redenen – korte tijd later uit het bestuur.

Wat toen speelde waren serieuze klachten over ongewenste omgangsvormen, maar dat was niet het enige. Het ging ook om macht, en daarmee samenhangend speelt geld ook een rol. Het lijkt erop dat de problematiek nog steeds niet is opgelost.

Wie een klein beetje uitzoomt ziet het volgende gebeuren: in olympische trainingscentra kan men elkaar – bewust of onbewust – in gijzeling houden. Onveilig werkklimaat of andere ongewenste omgangsvormen zijn de stokken om mee te slaan. Atleten vormen per definitie de kwetsbaarste groep. Om niet te zeggen dat zij vogelvrij zijn, kan worden gesteld dat zij zijn overgeleverd aan hun coaches als het op selecties aankomt.

Coaches en andere stafleden kunnen op hun beurt bij (vermeende) akkefietjes zomaar een officiële waarschuwing aan de pantalon krijgen vanwege grensoverschrijdend gedrag. Bestuursleden en directeuren die als werkgever optreden, zijn ook de pineut. Dat bleek dit weekeinde als zij iets doen dat de topsportafdeling niet zint. En zo heeft men elkaar aan de Bosbaan min of meer in een virtuele houdgreep.

Een oplossing lijkt misschien niet zo eenvoudig, het vertrekpunt van verandering is dat echter wel. Olympisch kampioen Dirk Uittenbogaard zei het treffend in een interview op NLroei: ‘Er zou meer mét atleten gepraat moeten worden dan over’.

De roeiers zijn nu aan zet. Eerst zal er gepresteerd moeten worden op de olympische baan van Vaires sur Marne. Hopelijk valt er daarna een inclusief feest te vieren waarbij ook het bondsbestuur en de directie zich welkom voelen. En vervolgens is het de hoogste tijd voor een dialoog. Discussies kunnen prima in de openbaarheid worden gevoerd. Als er toch voor achterkamertjesoverleg wordt gekozen zou op z’n minst de uitkomsten daarvan en public gedeeld moeten worden. Pas dan ontstaat er een reëel beeld van een volwassen roeiwereld. De olympische roeiarena ligt immers niet in Disneyland Parijs, maar in een (rauwe) voorstad van de Franse metropool.