Met een aantal Nederlandse records en een berg aan snelle tijden kan worden teruggekeken op een nationaal kampioenschap indoorroeien van hoog niveau.
Zoals is voorspeld moesten de records komen van de lichte vrouwen. Zowel in de open categorie als in het onder 23-veld werden de voormalig toptijden verpulverd.
Anne-Marie Schonk en Marieke Keijser zweepten elkaar op in een boeiend gevecht waarbij Schonk met 500 meter te gaan bijna het toptalent uit Rotterdam wist in te halen. Keijser pareerde de aanval echter vakkundig en snelde naar een tijd (7:05,8), maar liefst tien seconden sneller dan haar persoonlijk record. Ook Schonk kwam met 7:08,2 onder de oude toptijd van Anne van Drumpt uit 2004.
Record
In dezelfde race domineerde Maaike Head het veld voor alle leeftijden. Met 7:02,1 was de roeister van Skadi ruim vier tellen sneller dan het oude record. Iets wat Head naar eigen zeggen al zeker drie keer eerder was. In aanloop naar de Spelen van 2012 in Londen zette de Rotterdamse zelfs al eens 6:57,5 op de klokken. En dat terwijl het er even naar uit zag dat Head de wedstrijd moest overslaan vanwege een schouderblessure. “Ik had daardoor geen oefenafstandjes gedaan en wist niet hoe ik er precies voorstond. Ik ben weggegaan op een tijd waarvan ik zeker wist dat ik het kon en kon toen op het eind gelukkig nog wat versnellen.”
Unieke situatie
Ondertussen kon de neutrale toeschouwer concluderen dat er een vrij unieke situatie bij de lichte vrouwen is ontstaan. Ook al heeft zich nog geen dubbeltwee zich geplaatst voor de Olympische Spelen, qua vermogen zit het in deze groep wel goed. Maar liefst vijf vrouwen doken onder de 7:10 (ook Ilse Paulis en Mirte Kraaijkamp waren snel). Een situatie die in Nederland nog niet eerder is voorgekomen.
7:00
Deze constatering kon zeker ook worden gemaakt bij de zware vrouwen en mannen. In het eerst genoemde veld eindigden van de 26 deelneemsters slechts zes vrouwen in een tijd boven de zeven minuten. Zo’n tien jaar geleden was het eerder gebruikelijk dat het omgekeerde gebeurde.
Inspiratie
Pelargosroeister José van Veen was met een knappe tijd van 6:34,4 de onbetwiste winnaar. Daarmee was de voormalig atlete meer dan zes seconden sneller dan vorig jaar. Een flink verschil, zeker als je bedenkt dat Van Veen al sinds 2007 actief is in de roeisport. “Ik had in maart al een keer 6:37 gedaan, dus op zich lag dit wel in de lijn van de stapjes die ik maak. Maar ik ben ook geïnspireerd geraakt door al die internationale toptijden. Er zijn echt nog wel een paar vrouwen die een stuk harder gaan”, vertelde ze.
Luxeprobleem
Achter haar kwamen enkele roeisters uit de nationale selectie tot een persoonlijk record. Maar ook een aantal vrouwen die hier niet toe behoren, zoals Lisanne Brandsma (6:46), Rianne Schoo (6:47), Marleen Verburgh (6:47) en Marloes Oldenburg (6:48) presteerden uitstekend. Een luxeprobleem dus voor de bondscoaches die de selectie bepalen. De vraag is of men gezien de korte voorbereidingstijd tot het olympisch kwalificatietoernooi het nog aandurft één of meer van deze ergometerkanonnen uit te nodigen.
6:00
Ondanks dat de voltallige selectie van Mark Emke afwezig was, lieten ook de zware mannen zich in de breedte zien. In het SB-veld finishten maar liefst zes roeiers onder een tijd van zes minuten. In het open veld voegden zich er daar nog twee bij. Het grote aantal sterke Nereïden was opvallend. Met Abe Wiersma als sterke koploper (winnaar SB met 5:54) kwamen ook Bo Wullings (5:55), Jaap Scholten (5:59), Robert Vicic (6:00) en Nelson Ritsema (6:00) tot een tijd van zes minuten of sneller.
Metsemakers
De absolute winnaar was echter het toptalent Koen Metsemakers. In een goed ingedeelde race kwam de bronzen Universiade-skiffeur tot 5:53,2. Een tijd waarmee hij zeker gezien zijn eveneens sterke roeiprestaties de nationale boordselectie kan versterken. Mark Emke zou tenminste serieus moeten overwegen hem een uitnodiging te sturen.
BIj de zware mannen heeft ook Jonathan Hijlkema (Orca) zich bij de club onder de 6:00 gevoegd door het nieuwelingenveld te winnen in 5:59.0.