De bondspogingen om een snelle mannendubbelvier te formeren zijn na 2003 steeds mislukt. Bondscoach Eelco Meenhorst zag dit jaar een aantal goede roeiers ‘onder de radar’ varen, formeerde een scullvier die gisteren zilver won bij de wereldbeker. Slagman Freek Robbers speelt in deze boot een cruciale rol.
Er staat dit seizoen nauwelijks een maat op Robbers. In de wereldbekerhistorie zal het niet vaak zijn voorgekomen dat dezelfde slagroeier de ene wedstrijd een acht met stuurman naar goud leidt en de volgende een dubbelvier naar zilver voorslaat.
Aanvallend
Robbers vertelt vanuit Poznan ingetogen over de prestatie van zijn ploeg. “We hebben volgens plan aanvallend gevaren. Op het laatst was het ‘niet meer kijken en gaan.” Het bracht Niki van Sprang, Amos Keijser en Koen Metsemakers hun eerste wereldbekermedaille, alleen de Britten bleven buiten bereik.
Ego’s
De kracht van zijn ploeg ligt volgens Robbers in het gebrek aan sterallures. “Niemand heeft een dominante rol, we staan open voor kritiek en kennen elk onze zwakke en sterke punten.” Het zal eraan hebben bijgedragen dat de dubbelvier als een komeet is gerezen.
Natuurlijk
Egoloosheid laat een boot echter niet uit zichzelf voortbewegen. Het vermogen is er en de bemanning heeft veel geskifft. Vier solisten in een technisch nummer als de dubbelvier willen elkaar nogal eens afremmen. Zeker als er nog niet veel samen is getraind. Robbers voegt echter een goed te volgen bewegingspatroon aan het collectief toe.
Plaatje
Hij probeert te beschrijven hoe dat gaat. “Eigenlijk kan dat niet zomaar in woorden. Het is meer een plaatje dat we met z’n vieren hebben van hoe het roeien eruit moet zien en voelen. We focussen ons daarbij niet op een bepaald onderdeel, alles moet zich met elkaar verhouden. Als je er één onderdeel uithaalt, kan het misgaan. Zeker als je onder druk moet presteren. Kijk maar naar voetballers die een strafschop moeten nemen. Als ze gaan nadenken, gaat het mis.”
Tokio
De dubbelvierprestatie smaakt uiteraard naar meer. “Het zou mooi zijn als we aan de WK kunnen deelnemen. Dan kunnen we een inschatting maken richting de Olympische Spelen”, zegt Robbers.
Finaleniveau
Coach Meenhorst is enthousiast. “De dubbelvier had voor de EK zes dagen met elkaar getraind. Met Amos Keijser in plaats van Abe Wiersma hebben we maar drie keer kunnen varen. En ook dat gaat hard. Litouwen was er nu niet, maar hun boot schat ik voorlopig wel hoger in. Italië ontbrak ook, daar kan Nederland zich mee meten.” Toch waakt voor een reken-je-rijk-show. “Laat ik het erop houden dat de dubbelvier WKfinaleniveau heeft.”
Bijleren
Meenhorst coacht het deel van de mannendeel van de armada dat niet vaak vol in de schijnwerpers staat. Hoewel skiffeur Stef Broenink vorig jaar al een stunt uithaalde door vierde te worden in de a-finale van Luzern, bleef de mastodont nu steken in de c-finale. Hij heeft moeite met wat ruiger water. “Dat is ook precies de reden waarom we hier zijn met deze jongens. Ervaring opdoen. Daar leren ze het van”, aldus de coach.
Afleren
Dat geldt ook voor Dirk Uittenbogaard en Bo Wullings. Hun twee lag tot zo’n 150 meter voor de finish steeds tweede of derde, waarna Wullings snoekte. De twee strandde daardoor op een vierde plaats. “Heel vervelend. Ik wilde gewoon te graag nog iets forceren en dan word ik te wild. Dat moet ik nog afleren”, aldus de onfortuinlijke Wullings tegen NLroei. “Maar al met al een prima resultaat voor slechts twee weken tweeën.”