Ze is gestopt met roeien: Chantal Achterberg. De vice-olympisch kampioen bouwt nu aan haar maatschappelijke carrière. Met succes.
Kort na de zinderende olympische finale stond het voor Achterberg vast dat ze met toproeien zou stoppen. “Ik ben nu 31 jaar, als ik door zou gaan tot de Olympische Spelen van Tokio zijn we weer vier jaar verder. Dan zou ik volgens mij aan de late kant om goed te worden in mijn werk en om later een gezin te starten. Een combinatie tussen roeien en werken zag ik niet zitten.”
Wintersport
Ze zocht en ze vond naar eigen zeggen mooie baan. Op 1 maart begon Achterberg als data-analist bij het gerenommeerde CGI – “voor mijn gevoel begin ik helemaal onderaan, het lijkt erop dat ik 10 x langer over dingen doe dan mijn collega’s”- ging voor het eerst sinds jaren op wintersport en zegt het roeien niet te missen. “Althans, in de winter valt het mee, ik denk dat het wel anders zal zijn als het zomer wordt en er straks online foto’s opduiken van zonovergoten wedstrijden. Ik vrees dat ik het dan veel meer ga missen”, lacht ze.
Structuur
Toch is er een prangend punt. “Structuur vind ik prettig in mijn bestaan. Roeien gaf dat. Dit ben ik nu kwijt. Natuurlijk geeft werk ook regelmaat, maar toch is het wennen.” En dat is ook niet onbegrijpelijk want Achterberg heeft twaalf jaar geroeid. Dat heeft haar veel gebracht. Uit een immense berg blikken steken er twee bovenuit: olympisch brons met de vrouwenacht in 2012 en vorig jaar zilver met de dubbelvier.
Ontbrekend
Olympisch Goud is dat wat er aan de Achterbergcollectie ontbreekt. “Uiteraard heb ik eraan gedacht om door te gaan voor de ontbrekende plak. Maar het is verre van een zekerheid dat die kleur ook behaald gaat worden. Het is niet zo dat tegenstanders zich voorbij laten varen omdat jij een medaille nog niet hebt. Cadeautjes worden niet gegeven, al helemaal niet in olympische finales.”
Mijmeren
Er mag zeker hardop gemijmerd worden over goud. Haar oranje dubbelvier met Carline Bouw, Nicole Beukers en Inge Janssen kwam in Rio minder dan een halve bootlengte tekort op de winnende Duitsers. In twee zware seizoenen lukte het de Nederlandse zware scullsters hun beste race te varen in – uitgerekend – de finale van Rio. En dat zonder een oogstrelende techniek, oftewel: er was sprake van ‘ruimte voor verbetering.’
Tevreden
Achterberg beseft dat er goud in het verschiet zou kunnen liggen. “Tijdens de olympische finale roeiden we op dezelfde hoogte als de Duitsers, op dat moment werd het gevoel dat we konden winnen bij mij voor het eerst echt heel reëel. Het is jammer dat het net niet is gelukt, maar ik ben tevreden met zilver. De Duitsers waren die dag gewoon beter. Wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren als we als collectief waren doorgegaan? Het hoogste zou haalbaar zijn.”
Rood-wit-blauw
De roeister van Proteus – Eretes houdt niet zo van gespeculeer, liever kijkt ze naar dat wat ze heeft. Haar overstap van wedstrijdzwemmen naar wedstrijdroeien was een formidabele zet. “Het roeien heeft me veel gebracht, het eerste jaar in de acht was echt prachtig. Een aaneenschakeling van leuke momenten, lekker trainen met elkaar, maar ook gezellig met elkaar eten en de wedstrijd waarop we ons enige blik van het seizoen trokken. Dat zijn onvergetelijke momenten, net zoals later de eerste keer waarop ik roeide met rood-wit-blauwe bladen. Dat was wat.”