De fameuze wielrenner Fedor den Hertog zat in zijn beste jaren regelmatig te roeien. Niet op het water, maar op een soort trimmachine. Hij was een gevreesd amateurrenner. Zijn bijnaam was Iwan de Verschrikkelijke, zoon van een Nederlandse vader, zijn moeder kwam uit Oekraïne.
Toen Den Hertog profrenner werd raakte het roeien wat in het slop, maar in 1977 – het jaar waarin hij een touretappe won – kondigde hij aan het weer op te pakken. “Dit roeien sloeg ik destijds geen dag over”, zei hij indertijd tegen het Limburgs Dagblad. Heel veel bracht het roeien hem niet meer, in 1978 won hij nog wel een etappe van Parijs-Nice. Korte tijd later zette hij een punt achter zijn wielrenloopbaan.
Den Hertog heeft niettemin voortreffelijk gepresteerd. Hij heeft een gouden medaille behaald bij de Olympische Spelen van 1968, hij won in Mexico met René Pijnen, Jan Krekels en Joop Zoetemelk de ploegentijdrit. In 1977 was de in Utrecht geboren Den Hertog Nederlands kampioen bij de profs. Jan Raas was zijn voorganger, Henk Lubberding zijn opvolger. Den Hertog overleed in 2011, hij werd 64 jaar. Hier blikt Mart Smeets terug op het leven van Den Hertog.
Fedor den Hertog kampioen bij de achtervolging-amateurs tijdens de Nederlandse baankampioenschappen 1968 (foto Anefo).
