Hoe gaan studentenverenigingen om met de nieuwe coronabeperkingen? NLroei sprak hierover met twee hoofdcoaches. Met name de eerstejaars selecties ondervinden hinder. Opvallend is ook de creativiteit binnen de verenigingen. Vooralsnog lijken weinig wedstrijdroeiers af te haken.
“Direct na de persconferentie gaat het hard”, vertelt Jolijn Remmelink, als hoofdcoach van Okenoas en het Regionaal Talentcentrum Zuid-Holland betrokken bij meerdere verenigingen. “Protocollen die moeten herschreven worden, nieuwe ergometerindelingen zijn nodig en uiteraard ook een skiffverdeling zodat alle skiffs optimaal gebruikt kunnen worden. Ik sta versteld van de daadkracht die alle betrokkenen tentoonspreiden. Er is bijvoorbeeld veel kennisoverdracht tussen verenigingen. Dat was denk ik eerder niet zo.”
Flexibiliteit
Ook vrouwenhoofdcoach van Aegir, Martijn Witteveen, meent dat er veel gevraagd wordt van (hoofd)coaches en besturen. “Op een gegeven moment word je wel een beetje moe van telkens weer de plannen aanpassen. Wedstrijden die wel of niet doorgaan en nu ook weer het skiffen dat moet worden geregeld. Ik ben meer tijd kwijt aan het geregel, dan dat ik langs de kant sta. Maar dat is nu helaas even niet anders.”
Eerstejaars
Vooral de eerstejaars selecties lijden onder maatregelen nu er niet meer in ploegen wordt geroeid. Remmelink: “Bij Skadi en Laga hebben ze de selectieprocedures flink verkort. Het is immers niet meer mogelijk om zoveel mensen aan het roeien te houden en ook de ergometers worden al veelvuldig gebruikt. Daarnaast is het in deze periode fijner om beter overzicht te houden van wat iedereen doet. Een kleine groep is dan handiger.”
Motivatie
Ook Witteveen heeft noodgedwongen zitten snoeien in zijn selectie. “Jammer, want ik wilde net dit jaar het wat meer aanpakken zoals bij de grote verenigingen met langer een grotere groep houden.” Bij Okeanos doet Remmelink het juist weer andersom. “Daar hebben we altijd al een kleinere groep en die houden we nu bewust groter omdat de kans aanwezig is dat je door verminderde motivatie sneller mensen kwijtraakt.” In het algemeen lijken de eerstejaars zeer gemotiveerd en krijgen de coaches zelfs minder afmeldingen voor trainingen dan normaal te verwerken.
C4-en
Rondvraag leert dat – in tegenstelling tot wat de KNRB adviseert – op veel verenigingen wordt geëxperimenteerd met het roeien van twee mensen in C4-en om op die manier voldoende afstand te houden tussen de roeiers. Het wisselt per vereniging op welke manier dit wordt gedaan. Zo wordt bij Aegir het alleen in scull C4en gedaan. Op andere clubs gebeurt het ook in boord C4-en en er gaan zelfs verhalen dat er met vieren personen in achten geroeid wordt. Ook wordt met twee roeiers in een C2 gevaren waarbij de voetenboorden op 1,50 meter afstand van elkaar worden gezet.
Skiffen
Bij de tweedejaars en ouder zien de coaches minder obstakels. “We hebben nog weinig afhakers gehad. Het scheelt dat de meesten de eerste coronaperiode hebben meegemaakt en toen ook al geskifft hebben. Ik geef ze ook wat meer vrijheid door andere trainingen te doen. Twee keer roeien op één dag is er bijvoorbeeld bij mij niet meer bij. Daarnaast hebben studentenroeiers niet veel anders te doen nu. Maar ik ben wel benieuwd hoe het met die motivatie staat als we twee maanden verder zijn en het weer steeds slechter wordt”, stelt Witteveen. “En sommigen vinden skiffen nu eenmaal minder leuk dan ploegroeien, die hebben het nu wat zwaarder. Hopelijk wordt voor hen snel duidelijker hoe het seizoen er uit zal komen te zien”, zegt ook Remmelink.
Materiaal
Ook speelt mee hoeveel skiffs verenigingen ter beschikking hebben. “Proteus heeft het op dit punt wat lastiger want zij hebben weinig skiffs voor relatief onervaren roeiers, terwijl Skadi behoorlijk wat Wintech-bootjes heeft. Bij Okeanos gebruiken ze voor de eerstejaars selectanten zelfs C1-en. Daar hebben ze er een stuk of zes van”, aldus Remmelink. Witteveen kan in elk geval al zijn tweedejaars en ouder laten skiffen. “Ik laat ze inschrijven voor skiffklassjes die ik geef, dat kan op verschillende tijden.”