Morgen gaan in Tsjechië voor een deel van de nationale equipe de WK van start. Wat betreft de vrouwen is het dan alleen de beurt aan skiffeuses Karolien Florijn en Martine Veldhuis. De andere vrouwenboten komen met uitzondering van de acht maandag voor het eerst in actie.
Crowdfunding ’22/’23 gestart, steun NLroei, dat kan hier, alvast bedankt!
Net als bij de mannen zal de neutrale roeisupporter het meest uitkijken naar de strijd in de skiff. Niet zozeer omdat er veel verschillende kandidaten voor de gouden medaille zijn, maar vooral omdat de WK de eerste krachtmeting zal zijn van twee topvrouwen. Eén daarvan komt uit Nederland. De 24-jarige dochter van tweevoudig olympisch kampioen Ronald Florijn heeft dit jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt en is dit seizoen zelfs nog ongeslagen. De grote vraag gaat zijn hoe ze ligt ten opzichte van olympisch kampioen Emma Twigg. De Nieuw-Zeelandse kon door een coronabesmetting niet deelnemen aan Henley en de wereldbeker in Luzern waardoor het gissen is naar haar post-olympische niveau.
De Jong/Youssifou
Ook de dubbeltwee van Laila Youssifou en Roos de Jong reeg de successen aaneen dit seizoen. Het moet gek lopen willen ook zij niet op het podium belanden in Tsjechië. Een kleine disclaimer is dat de kans op goud niet heel groot is. Olympisch kampioen Roemenië is ook dit jaar vooralsnog oppermachtig en de Nederlandse boot moest in München bij het EK zelfs een kleine zeven seconden prijs geven. Het duo zal nu echter beter voorbereid zijn. Italië, Ierland (met voormalig skiffeuse Sanita Puspure aan boord) en Litouwen zijn eveneens kanshebbers op eremetaal.
Dubbelvier
Ook de derde scullboot in hiërarchie kan genoemd worden als medaillekandidaat. En dat is opmerkelijk want geen van deze vrouwen roeide vorig jaar op de Olympische Spelen van Tokyo. Het kwartet van Nika Vos, Tessa Dullemans, Ilse Kolkman en Bente Paulis doorliep geduldig de talententoernooien – en roeide al een WK onder 23 jaar samen – en blijkt nu rijp te zijn voor de absolute top. China lijkt nog steeds ongenaakbaar in dit boottype en ook Groot-Brittannië was dit seizoen al een keer sneller dan het Nederlandse kwartet. Samen met hen en ook Zwitserland en Roemenië zullen het gevecht aangaan voor zilver en brons.
Meester/Clevering
Hoofdcoach Eelco Meenhorst lijkt bij de vrouwen het accent op het scullen te hebben gelegd. Toch zitten er bij het boordroeien nog twee absolute wereldtoppers. Veronique Meester en Ymkje Clevering wonnen vorig jaar zilver bij de Olympische Spelen en mogen het nu proberen in de ongestuurde twee. In dit boottype is het echter dringen aan de top. Olympisch kampioen Nieuw-Zeeland is nog steeds van wereldklasse en Roemenië liet in Luzern en München zien een uitstekende nieuwe boot te hebben geformeerd. Met ook nog een sterke ploeg uit Groot-Brittannië is een medaille absoluut geen zekerheid. Zeker omdat de Nederlandse roeisters vanwege studieverplichtingen pas relatief laat de groep in stroomden.
Vierzonder
Van de vierzonder zal vermoedelijk geen medaille worden verwacht. De ploeg met routinier Marloes Oldenburg, de fysiek sterke Tinka Offereins en Hermijntje Drenth en het jonge talent Benthe Boonstra heeft vooralsnog nog wel een aantal sterke ploegen boven zich. Groot-Brittannië en Australië zijn absolute wereldtop. Als de boot van coach Freek Robbers aan de inhoud heeft gewerkt – tot nu toe was steeds vooral het eerste deel van de race opvallend goed – zou de strijd kunnen worden aangegaan met onder andere Ierland, Roemenië en Denemarken. Het viertal start met beide tweetjes ook nog eens dubbel in de acht. Daar liggen zeker ook kansen.
Veldhuis
Lichtgewicht skiffeuse Martine Veldhuis heeft naar verluid van Meenhorst te horen gekregen dat ze bij dit WK top-3 moet varen om nog langer te worden ondersteund door de roeibond. Een opdracht die in goede vorm haalbaar moet zijn voor de roeister van Nereus. In 2020 werd ze nog Europees kampioen en maand terug eindigde ze vermoeid op de bronzen plek bij de laatste EK. Zeker in de breedte is de concurrentie sterk dit jaar.
