Titus Weijschedé: “Vrouwen van vierzonder zijn zelfbewust”

Algemeen

Vlak voor zijn vertrek naar Tokyo spraken we Titus Weijschedé, de coach van de vierzonder bij de vrouwen. Hoewel een krachtmeting met alle concurrenten er niet is geweest, liegen de resultaten van het afgelopen seizoen er niet om: de vrouwen werden voor de derde keer Europees kampioen en wonnen de wereldbekerwedstrijden in Luzern en Sabaudia.

“Ik ga er met een heel optimistisch gevoel heen”, zegt Weijschedé. “Dat optimisme komt voort uit hoe ze het dit seizoen hebben gedaan. De roeisters zijn nog heel erg gegroeid de afgelopen paar maanden. Het is een heel zelfbewuste ploeg geworden.” Dat zelfbewustzijn is een belangrijke eigenschap, die ze klaarmaakt voor de Spelen. “Het maakt de roeiers weerbaar tegen een heel aantal onzekerheden die de kop op zullen steken in Japan. Maar ze weten wat ze kunnen en dan hoeft onzekerheid niet per se in je nadeel te werken.”

Drempeltjes
Het zijn ongetwijfeld de meest onzekere spelen die we collectief kennen. Zeker op logistiek vlak zullen er nog wel wat drempeltjes genomen moeten worden, voorziet de coach. “Maar eigenlijk heb ik daar wel vertrouwen in. Zeker richting de wedstrijden zullen de logistiek en de coronaregels van alles beïnvloeden en voor afleiding zorgen. Ik denk dat ze daar weerbaar tegen zijn.”

Voorspelling
Weijschede heeft dus vertrouwen, maar durft geen optimistische (maar ook geen pessimistische) voorspelling te maken. “Anderhalf jaar lang hebben we vanwege Covid-19 niet tegen alle tegenstanders geroeid. Ploegen waarvan we verwachten dat het grote opponenten zijn, bijvoorbeeld de Chinezen, de Australiërs of de Ieren kennen we dus minder goed. Ik kan alleen zeggen dat wij onze eigen wedstrijd zullen racen. We weten dat het goede ploegen zijn en we weten ook dat wij een goede ploeg zijn. Dat is alles wat we op dit moment kunnen zeggen.”

Voorbereiding
De spelen brengen rondom de wedstrijd veel poespas en veel extra aandacht. Maar in wezen is de race zelf nog steeds hetzelfde als bij een andere internationale wedstrijd, in een baan van twee kilometer met zes ploegen en aan weerskanten balletjes. Dat is wat Weijschedé zijn roeiers voor wil houden. “Alles is anders en alles is nieuw in Japan. Maar als de meiden eenmaal in de boot stappen zitten ze op hun vertrouwde zitje met de vertrouwde riem in de hand. Dat geeft houvast. Het is een nuchtere ploeg, zij kunnen dit.”