Terugblik medaillefestival: ‘Het ging gemakkelijk’

Kort Voorpagina

Het was gisteren een ongekend resultaat: goud, zilver en tweemaal brons. De NLroei-redactie sprak Robert Lücken (goud), Mitchel Steenman (zilver) en René Mijnders, coach van de bronzen vier zonder en gastcoach van de dito vrouwendubbelvier.

Er was goud voor de Holland Acht, oude tijden herleefden gisteren in het Zwitserse Luzern. De Nederlandse mannen kaapten in het meest prestigieuze goud weg. En dat uitgerekend voor de neus van de gevreesde Deutschland Achter, de regerend olympisch kampioen.

100 procent
Slagman Robert Lücken was opgelucht, voldaan en gelukkig tegelijk. “We roeiden gemakkelijk. Altijd geven we ons 100 procent, niet vaak kwam het technisch er zo lekker uit. Ditmaal was het top”, zei hij.

Aanvallen
Zijn acht was snel gestart, maar dat deed de concurrentie ook. Langzaam maar gestaag schoof de Holland Acht uit het veld. Er kwamen aanvallen van Duitsland en de Verenigde Staten. Maar de Nederlanders gaven geen krimp.

Soepel
“We roeiden heel soepel van de tegenstanders weg, in de eindsprint konden we nog meer afstand nemen.” De moegestreden Duitsers strandden op de tweede plaats en konden de Amerikanen maar net achter zich houden. De wereldkampioenen uit Groot-Brittannië werden vierde.

Wisselvallig

“Dit geeft enorm veel vertrouwen richting Rio. Het klopt dat we wisselvallig presteren. Vorig jaar was dat zeker het geval. Dat heeft met ons trainingsprogramma te maken. Wij willen later in het seizoen op ons best zijn. Vorig jaar pakte dat goed uit met brons bij de WK. In Brazilië willen we er staan”, besluit Lücken.

Imperfect
Het zilver van Roel Braas en Mitchel Steenman was ook een grote opsteker. Al liep volgens slagman Steenman nog niet de hele race perfect. “Ik had eigenlijk gehoopt er op 1500 meter beter bij te liggen. Nu moesten we nog flink wat goed maken.”

Wind
Het duo kwam sterk uit de start en lag tot 750 meter op de eerste plek maar moest in de derde 500 meter een aantal ploegen laten gaan. “Dat had niet mogen gebeuren. De wind tegen werd daar erger en dat had geen positieve invloed op ons roeien.”

Slotakkoord
De Nederlandse twee-zonder had echter nog genoeg over voor een goed slotakkoord. “We hebben het er vooraf natuurlijk wel over gehad dat de laatste 500 meter beter moest, dus daar waren we ook op gebrand. Maar dan is het natuurlijk erg prettig als dat ook lukt.” Het tweetal stormde op de Britten af en ging er op de finish zelfs nog overheen, al kregen beiden boten uiteindelijk exact dezelfde eindtijd.

Foutje
Het Nederlandse koppel zat de Nieuw-Zeelanders redelijk dicht op de hielen. “Ik denk niet dat ze rustiger aan hebben gedaan en er hard voor hebben moeten werken. Het is goed te zien dat we dichterbij komen en nu is het vooral hopen dat ze ergens komende maanden een foutje maken. Dan kan er van alles gebeuren”, aldus Steenman.

Mikken
René Mijnders was trots op zijn vier. “Brons was echt goed, ik moet er bij zeggen dat er een paar ploegen niet waren, waar ze als het bijvoorbeeld om de Italianen gaat, niet direct van hoeven te verliezen. De ploeg is gegroeid. Ze roeien hun races meer volwassen. Vorig jaar hadden ze middenboeien bij finales verdiend, en viel het daarin soms te veel stil. Nu kunnen ze het beter afdwingen. Hoe hoog de lat gelegd kan worden? Zoals Govert Viergever altijd zegt: ‘Ik mik hoog, soms komen we lager uit. Maar dat is niet erg. Het begint met hoog mikken.”

Dubbelvier
Mijnders wil het succes van de vrouwendubbelvier niet claimen. “In de afgelopen periode heb ik ze een paar keer gecoacht. We hebben gewerkt aan het basisritme, ook na de startfase. Ik zag dat het redelijk goed ging in de finale. Het kan dus nog beter. Ze kunnen veel beter in de wedstrijd komen te liggen. En als er dan net zo wordt gesprint, is er heel veel mogelijk.”

Equipe
De meest succesvolle coach van Nederland (van 1988 tot en met 2008 bij alle Olympische Spelen nauw betrokken bij medailleploegen) was onder de indruk van de equipe waar hij een bescheiden positie inneemt. “Goed wat de twee-zonder deed, de acht was prachtig. En die Stef Broenink, wat is dat een onbevangen supertalent. Ongekend knap wat hij liet zien.”