Iemand met een wereldtitel op zijn cv als bondsvoorzitter? Welke sport zou dat niet willen. In november is het een feit, dan treedt Rutger Arisz aan als voorzitter van de roeibond, hij werd zaterdag aan de ledenvergadering voorgedragen als opvolger van Frans Cornelis die tot kort na de Olympische Spelen aan het roer blijft.
Arisz begon als advocaat, groeide uit tot manager bij verschillende luchthavens en verdween enige tijd uit het roeibeeld. “Tot 2004 zat ik in de commissie toproeien, erna woonden en werkten we een tijdje in het buitenland. De kinderen worden nu groter en is er meer tijd. Dus lag het voor de hand weer wat met het roeien te gaan doen“, zegt Arisz, tegenwoordig manager bij The Ocean Cleanup.
Diep
De liefde voor het roeien zit er bij hem diep in. “Op mijn elfde begon ik ermee. Bij roeivereniging Naarden. Dat was een heerlijke tijd. Ook van spelevaren op de vestinggracht. Later werd het serieuzer dankzij het wedstrijdroeien.”
Goud
Dat bracht hem veel. Via Die Leythe kwam hij bij Nereus terecht. Bij de WK van 1989 in Bled veroverde hij met de dubbelvier de titel. Arisz stond toen te boek als een fabelachtige slagman en belichaamde in eigen persoon de toenmalige Hollandse school van oefenmeester Jan Klerks. Tot de Olympische Spelen van 1988 had Nederland incidenteel een roeisucces en plotseling werd de ene medaille aan de andere geregen.
Saamhorigheid
Het was letterlijk een gouden periode waarin hij prominent acteerde. Maar Arisz kent de sport in alle facetten. Hij weet wat de rollen zijn van de mensen die bij de verenigingen de bardiensten draaien en de materiaalcommissie runnen.
Basis
De aantredend voorzitter waakt ervoor nu beleidsmatige luchtballonnen op te laten. Maar hij onderstreept in elk geval het belang van de verenigingen. “Die maken onze mooie roeisport, dat is de basis. En dan is er een overkoepelende organisatie die een aantal taken heeft, dat is dus de bond. Ik vind het bijzonder eervol daarvan deel uit te gaan maken. Uiteraard ben ik me aan het inlezen. De afgelopen periode heb ik al vele nieuwe mensen mogen leren kennen. In de komende maanden komt daar ook het internationale roeinetwerk bij. Ik kijk uit naar het olympisch toernooi van Rio. Volgens mij staan de Nederlandse ploegen er heel goed voor.”
