[Roei!] Gouden coach Diederik Simon: “Ik heb de schurft aan meefietsen”

Achtergrond

‘Sleutel voor succes: vroeg beginnen met roeien. Met een paar jaar studentenroeien kom je er niet’ Dat kopt Roei! – het blad voor alle roeiers – boven een reportage over de coaches van de gouden U23acht. Het is geschreven door Koos Termorshuizen en Paul van Heugten.

Tijdens de WK roeien in Rotterdam won de Nederlandse mannenacht onder 23 de eerste serie op zondag 21 augustus. Groot-Brittannië werd tweede op bijna drie seconden. Twee dagen later wonnen beide ploegen hun halve finale, Nederland in 5:38,9 en Groot Brittannië in 5:37,2. Dat moest dus een spannende eindstrijd worden op vrijdag 26 augustus. Er stond die dag nogal wat tegenwind. Vanaf het begin pakte Nederland de kop en gaf die niet af ondanks hevig aandringen van de Britten. Goud voor Nederland in 5:54,10, zilver voor Groot-Brittannië in 5:57,26.

De aanloop
Het idee om een junioren acht te beginnen kwam van Ronald Florijn, vertelt Willem Jan de Widt. “Ronald was ervan overtuigd dat de acht een ideale opleidingsboot is, want ze moeten leren samenwerken, hun sociale intelligentie ontwikkelen. Het is heel gek dat wij dat met junioren niet eerder gedaan hebben, de beste komen in de acht. De Angelsaksische landen doen het al jaren. Een van de leukste competities op Henley is de Elisabeth Challenge voor school boy teams in de acht. Het is één groot spektakel. Als je dat een keer gezien hebt, weet je dat wij dat ook moeten doen.”

De winnende mannenploeg werd echter pas zo’n zes weken voor de wereldkampioenschappen definitief samengesteld: vier uit de Nereus-8 van Diederik Simon, drie uit de jongerengroep van Willem III van Willem Jan de Widt, één van Hemus en een stuur van Proteus. Een combinatie van uitstekende roeiers, waarvan er drie in 2015 in de gouden juniorenacht zaten. De Nereus-ploeg kwam regelmatig dicht in de buurt van de Holland Acht, tijdens de Hollandia op 0,8 seconde van de Olympische acht. En Hemus-roeier Maarten Hurkmans, de nummer vijf in de boot, won in juni met de acht van Cal de Amerikaanse Varsity, het studentenkampioenschap van de VS.

Simon: “Allemaal hadden ze op hun manier laten zien dat ze heel hard konden roeien. Dat zat dus wel goed. We wisten al snel hoe we het zouden aanpakken en zijn daar niet van afgeweken. We hebben ons door niets en niemand laten verleiden tot wat anders.” De Widt en Simon voerden hun eigen route verder door. In alle rust heeft de ploeg zich kunnen voorbereiden. Op de Amstel bij Willem III en niet met andere ploegen op de Bosbaan. Allemaal zijn ze bij elkaar in één huis getrokken, inclusief de stuur. Ze hadden het ‘erg gezellig’.

Van een begeleidingsteam met dokters, masseurs of fysiotherapeuten moesten De Widt en Simon niets hebben. Zij zagen dat eerder als een mogelijke rem op de prestaties.
Simon: “Hoe professioneler je wordt, des te soberder moet je aanpak zijn.”
De Widt: “Ze moeten zelf leren waar hun grens zit. Als je op een heel bewuste manier met je sport omgaat is er geen reden om een blessure te krijgen. Maar je moet bij die jongens, vooral indoor, goed uitkijken dat ze niet te ver gaan.”

De coaching
De beide coaches kennen elkaars werkwijze goed, en zijn heel bevlogen. De Widt is bewegingswetenschapper. Hij laat de roeier motorische patronen oefenen die relevant zijn voor de bewegingen tijdens de haal. Hij maakt roeiers bewust van hun lichaam.
Simon is autodidact en vooral een man van de praktijk. Regelmatig roeit hij een stuk mee. Dan voelt hij wat er in de boot gebeurt en kan dat op de roeiers overbrengen. En andersom kan hij roeiers laten voelen wat er met de boot gebeurt. Juist die geheel eigen didaktiek van de coaches geeft meerwaarde aan hun samenwerking.

Simon: “Ik vind het heel lastig om samen met anderen te coachen. Dat gelul door elkaar kost veel tijd. Met Willem Jan gaat het prima, qua filosofie en dezelfde instelling. Ik ga niet doen zoals hij doet, we vullen elkaar leuk aan. Het is belangrijk om rustig uit te zoeken wat ertoe doet en wat niet. Wat mij met coachen heeft geholpen is de periode dat ik én coachte én roeide.”
De Widt: “Ik gebruik een roeptoeter, maar Diederik gebruikt niks en toch luisteren die jongens.”

Simon zag gedurende zijn lange roeicarrière veel coaches langskomen. Hij heeft ‘van allemaal een beetje opgepikt’, daar zijn voordeel mee gedaan en zijn eigen weg vervolgd. Dat is nog steeds zo.
“Het project van deze mannen acht heeft ons wél een vakantie gekost. Willem Jan is nog veel gekker dan ik, die rijdt even naar Henley op en neer of haalt ergens een botenwagen op, ik ben meer lui. Ik coach niet echt, sla toe op bepaalde momenten. Ik organiseer niet. Ik vind coachen eigenlijk helemaal niet leuk, dat meefietsen daar heb ik de schurft aan.”

De stijl van De Widt is rationeler: “Hier op Willem III hebben we een grote hoeveelheid kennis beschikbaar. Nico Rienks, Rob Robbers, Paul Hartog en Hans Lycklama coachen hier. Er is hier veel kennis waarop ik kan terugvallen en dat is lekker. Ik heb in mijn opleidingen en werk veel aan bewegingsanalyse gedaan en dat is handig bij het coachen. Met Ronald Florijn heb ik lange gesprekken. Op hoogtijdagen kunnen we zo een halve dag met elkaar praten over wat we allemaal aan het doen zijn. Hij heeft altijd vernieuwende ideeën.”

De wedstrijd

Tijdens de WK zat het grote werk erop. De Widt en Simon waren overtuigd van de kwaliteiten van de mannen. Ze stelden twee zaken centraal, ontspannen naar de wedstrijden toeleven en harde halen maken. De wedstrijdtactiek was even eenvoudig als doeltreffend.
De Widt: “Ze deden gewoon hun ding. Diederik en ik hebben alleen gezegd: de race bestaat uit tweemaal 750 meter en daarna nog 500 meter sprinten. Moeilijker hebben we het niet gemaakt. Zevenhonderdvijftig meter, daarna doe je er nog een, en daarna ga je eindsprinten.”

Het vervolg
Na dit succes ligt de vraag voor de hand of De Widt en Simon doorgaan met deze acht. Dat is helemaal niet zeker. De leeftijd gaat een rol spelen want wie 23 wordt valt sowieso af, en
de helft van deze acht studeert in Amerika. Er komt overlap met senioren-A en er komen van onder weer nieuwe bij. Zo blijft het fluctueren. Aan de andere kant, er zijn niet zo heel veel roeiers met deze ervaring, dus de kans is groot dat ze nog wel eens met elkaar zullen roeien.

Simon: “Het was voor het eerst dat we het op deze manier aangepakt hebben. Als je terugkijkt denk je ‘maar zes weken’. Toch komt het resultaat niet uit de lucht vallen, Willem Jan en ik waren al veel langer bezig onze roeiers. Er zit een paar jaar van opbouw in zo’n ploeg.”
De Widt: “Bij de WK onder 23 moeten we het vaak hebben van studentenroeiers die drie jaar of zo roeien. Dat kan allemaal wel, als je een goede coach hebt. Maar onze conclusie is toch: wil je écht met de wereldtop meekomen, dan moet je vanaf je twaalfde, dertiende met roeien aan de slag.”

Willem Jan de Widt (1960)
Heeft fysiotherapie gestudeerd en enkele jaren gepraktiseerd. Daarna heeft hij bewegingswetenschapen gestudeerd en daarin bijna 25 jaar een eigen bedrijf gehad. Is met roeien gestopt in 1987. Het roeien trok zo dat hij daarin weer actief werd toen Ronald Florijn het project met de nationale junioren-acht startte.

Diederik Simon (1970)
Won in 1996 met de Holland Acht goud tijdens de Olympische Spelen in Atlanta. Haalde in Sydney (2000) zilver in de dubbelvier, in Athene (2004) zilver in de acht, en ook in de acht vierde en vijfde plaats tijdens de spelen van Peking (2008) en Londen (2012). Hij begon bij de Amsterdamse studentenroeivereniging Nereus en is daar nu trainer/coach.

Roei! 16 neemt je mee naar de Bodensee, naar de Faeröer, naar Rio, (dus) naar Rotterdam en naar nog veel meer plaatsen. Neem een abonnement, het kost maar 25 euro per jaar, klik hier!