Ook the Voice-affaire bewees het: men komt pas in beweging als de vuile was op straat ligt. Dan grijpen organisaties in als het gaat om wangedrag. John Graat schreef in Trouw over dit fenomeen een interessante column.
“De sportkoepel had met de Haagse overheid maar één ambitie: bij de beste tien landen van de wereld horen. Dat lukte ook in Tokio. Die focus op eremetaal vraagt bonden en coaches tot het uiterste te gaan; een voedingsbodem voor excessen. De vorige staatssecretaris van sport Paul Blokhuis had daarom met gemengde gevoelens naar Tokyo gekeken, zei hij in een debat. Er loopt nu dankzij hem een breed onderzoek naar de topsportcultuur”, stelt Graat. Ook de Nederlandse roeibond heeft een dergelijk (extern) onderzoek inmiddels in gang gezet.
Maar ook onze Oosterburen zijn met de bestrijding van ongewenst gedrag bezig. Recent werd door de Duitse roeibond Ulrich Tödtmann tot ombudsman benoemd. Bij hem kunnen roeiers, coaches en ouders terecht voor onder andere juridisch advies als men is geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag.