Oud maar niet versleten

Achtergrond Voorpagina

Meer dan 25 jaar werkte hij voor de roeibond en behaalde met zijn ploegen tal van successen. Ondanks zijn pensionering is hij toch actief als coach bij dit WK.

Aiguebelette – Zelf vindt Jan Klerks er niets geks aan dat hij nu als coach van de aangepaste roeiers op het botenterrein rondloopt, terwijl hij zich decennia bezighield met de absolute top van de roeiwereld. “Ik heb een andere rol, maar het is vooral erg vertrouwd. Ik voel me welkom in de equipe en iedereen is erg vriendelijk” vertelt hij.

Stressvol
Ook de drang om valide toproeiers te blijven coachen is getemperd. “Natuurlijk is werken met de top het mooiste wat er is, maar het is ook stressvol. Het is ook wel lekker om van die druk af te zijn.” Het is een opvallende uitspraak van iemand die altijd zeer rustig en behoedzaam overkomt. Toch heeft het werk ook bij Klerks (66) zijn sporen nagelaten. “Ik heb altijd goed onder stress kunnen functioneren, dat is iets ander. Maar ik voel het wel degelijk.”

Pensioen
De laatste jaren was hij meer de man op de achtergrond. De prioriteitsboten werden steevast begeleid door andere coaches. Klerks deed vooral de dingen die hij leuk vond. Een jonge scullgroep opleiden bijvoorbeeld. Toen dat project vorig jaar strandde, voelde hij het einde wel aankomen. “Als je je pensioengerechtigde leeftijd bereikt loopt je contract van rechtswege af. Dan kan je nog wel allerlei regels opstellen, maar technisch directeur Hessel Evertse en ik hebben toen in goed overleg besloten dat het klaar was.”

Clubcoach
Thuis in Leiden achter de geraniums gaan zitten, is echter niets voor Klerks. Ook in zijn actieve bondstijd bleef hij op ‘zijn’ verenigingen Die Leythe en Nereus actief. Daar is hij afgelopen jaren mee door gegaan. “In Leiden doe ik nu de jongste jeugd en vorig jaar werd ik door een paar skiffeurs op Nereus gevraagd.” Afgelopen jaar was hij ook nog eens actief bij het talentcentrum Zuid-Holland en hielp hij bij de Oude Vier van Laga.

Aangepaste roeiers
Toen de aangepaste roeiers dit voorjaar zonder bondscoach zaten, kwamen ze ook snel uit bij Klerks. Het was geen toeval. “Ik keek altijd al met een schuin oog mee en gaf ze soms advies. Het pas ook bij mijn werk als fysiotherapeut.” Het kwam goed uit dat een paar van zijn andere roeiprojecten net op dat moment afliepen.

Fanatisme
Wie denkt dat hij met de aangepaste roeiers minder hoeft te coachen heeft het mis. De laatste weken ging Klerks weer ouderwets zes dagen per week naar de Bosbaan. “In de aanloopperiode ging ik ook één keer per week naar Corné de Koning die in Zeeland werkt en woont. Dat vind ik ook leuk, het zien hoe het er aan toe gaat bij een kleine en onbekende vereniging als Scaldis.”

Interactie
Zijn aanstelling heeft nog een ander voordeel, namelijk dat de interactie tussen beide equipes een stuk beter is geworden. “Het lijkt in elk geval alsof iedereen elkaar sneller en makkelijker aanspreekt en dat er meer interesse voor de gehandicapten is. Mijn roeiers durven nu bijvoorbeeld te lunchen in het Olympisch Trainingscentrum. Dat was er vroeger niet bij.”

Prestaties
Ook over de prestaties is Klerks te spreken. Hij constateert dat het niveau in dit pre-olympische jaar flink is toegenomen. “Steeds meer landen denken dat er wel wat te halen valt voor de Paralympische Spelen en dat merk je.” Hij vindt dan ook niet dat zijn ploegen in Frankrijk per sé een medaille moeten halen. “Tot nu toe hebben ze geroeid voor wat ze waard zijn. De dubbeltwee met Corné en Esther van der Loos hoort in de finale thuis en Alexander van Holk bij de beste twaalf.”

Mening

Natuurlijk volgt hij de ontwikkelingen van de olympische equipe op de voet. Maar hij waakt ervoor zich ermee te bemoeien. Ook niet als er dingen minder gaan. “Ik heb geen enkele neiging het beter te weten. Zelf heb ik ook geregeld ploegen gehad die niet goed presteerden. Ik heb daar dus geen mening over. Ik zou het ook ongepast vinden.”