Lukkes/Van Zeijl willen naar Tokyo

Interview

Waarschijnlijk wordt er in de lichte dubbel bij de Olympische Spelen voor het laatst geroeid. Toch wagen Ward van Zeijl en Bart Lukkes nog een laatste poging zich te plaatsen voor de Olympische Spelen.

Steun NLroei, word donateur! Dat kan hier. Alvast bedankt!

De roeiers bereiden zich in Leiden voor op komend seizoen. Lukkes, die de laatste jaren uitkwam voor Proteus-Eretes traint sinds vorig jaar op Asopos de Vliet. Van Zeijl roeit daar al sinds de start van zijn roeicarrière in 2011. “Ik zag hier omstandigheden waarin ik mezelf kon verbeteren. Ik heb hier een goede trainingspartner, er is met Jolmer van der Sluis een goede coach en het materiaal en roeiwater is dik in orde”, vertelt Lukkes enthousiast.

Excuus
Lukkes, die ooit als junior begon bij DDS, heeft al veel meegemaakt in de roeiwereld. In 2013 en 2014 haalde hij in de lichte dubbeltweemedailles bij de wereldkampioenschappen onder 23 jaar. Daarna raakte zijn carrière enigszins in het slop. “Ik heb een periode in Amsterdam getraind en gewoond, maar kon daar de omstandigheden niet creëren waarin ik kon excelleren. Ik verloor daardoor de plezier in het roeien en dat roeien op topniveau het mooiste excuus is om elke dag lekker op het water te kunnen zijn.”

Inspiratie

Van Zeijl werkte zich op zijn beurt gestaag op in het lichte roeien. “In 2014 haalde ik de selectie voor  de WK lichte acht niet, maar kon ik wel naar de FISU-WK. Sindsdien roeide ik in verschillende projecten waarmee we naar internationale toernooien mochten. Omdat de bond het lichte roeien niet meer ondersteunt, regelden we alles zelf. Dat gaf heel veel energie. Steeds weer met een andere samenstelling aan gemotiveerde lichte roeiers , die zich vol inzetten voor onze projecten. Zij inspireerden mij om elk jaar door te gaan.”

Dubbelvier
Het plan van de olympische dubbeltwee was er vorig jaar al. Na een enkel optreden in Duisburg kregen ze de van de roeibond echter niet de kans zich te laten zien op een wereldbeker. “Ze hadden er geen vertrouwen in dat we voldoende niveau zouden hebben en hebben ze aangedrongen op een dubbelvier. Dat hebben we geaccepteerd, maar het oog hebben we altijd op Tokyo gehad”, aldus Lukkes. Het project verliep uiterst succesvol. De ploeg haalde zilver bij de EK en brons bij de wereldkampioenschappen.    

Duurwerk
“We hebben daarmee laten zien dat er potentie zit in ons eigen project. Dat zetten we nu door in de dubbeltwee. Nu al hebben we een structureel hogere snelheid dan een jaar terug. We spiegelen ons een beetje aan de zware mannen van de bond die heel veel duurwerk verrichten. We zitten nu midden in ons zwaarste blok en trainen ongeveer 24 uur per week”, stelt Van Zeijl. Beide mannen zijn inmiddels afgestudeerd en richten zich bijna volledig op het roeien.

Selectie
Dat ze voor elkaar hebben gekozen en niet een uitgebreide selectie hebben gedaan, berust deels op toeval. Lukkes: “De situatie heeft ons zo bij elkaar gebracht. Maar we hebben altijd open gestaan voor andere opties. Vorig jaar is bijvoorbeeld geracet, maar trok Obbe Tibben zich terug. Als hij dat niet had gedaan, was het wellicht anders gelopen.”

Wereldbeker
Ondanks hun ambitie is de route naar Tokyo nog lang en onzeker. Om toegelaten te worden tot het Olympisch Kwalificatie Toernooi in Luzern zal eerst hoog moeten worden gescoord bij een wereldbekerwedstrijd. “Het liefst starten we al bij de eerste mogelijkheid in Sabaudia, begin april. Zelf testen we onze snelheid tijdens een trainingskamp eind februari in Varese. Op basis daarvan hopen we toestemming te krijgen in Italië te starten. We hebben goede hoop dat dat uiteindelijk goed komt”, aldus Lukkes.
 
Droom

De roeiers beseffen dat Tokyo hoogstwaarschijnlijk de laatste kans zal zijn om als lichte roeier op olympisch niveau te schitteren. Waarschijnlijk wacht daarna een maatschappelijke carrière. Lukkes: “Mijn lichaam is domweg niet gemaakt om zwaar te roeien. Hoewel ik de redenatie van het afschaffen snap, is het verschrikkelijk dat je olympische dromen wordt afgepakt. Althans zo voelt het. Ik weet zeker dat ik het erg lastig ga krijgen als ik stop, zo gehecht ben ik aan de sport.”  

Vangnet
Omdat Van Zeijl voor dezelfde uitdaging staat, zijn ze samen bezig om een soort van vangnet op te zetten voor gestopte (lichte) roei(st)ers. Van Zeijl: “De roeisport is te professioneel geworden om voor de lichte categorie nog bestaansrecht te hebben buiten de Spelen. Dan moeten we dus naar andere mogelijkheden kijken. Sommige gestopte roeiers kampen met overgewicht, andere voormalige toproeiers doen nu internationaal aan triatlon. Blijkbaar kan het in die sport dus wel om mensen te trekken en te behouden. Hoe we het precies willen doen en of daar bijvoorbeeld een wedstrijdcircuit aan moet hangen weten we nog niet, maar het uitgangspunt moet zijn dat we als groep kunnen genieten van onze mooie sport.”