De vrouwenequipe van Josy Verdonkschot scoorde afgelopen weekeinde uitstekend bij testen op de Concept 2-ergometer. Met name Marieke Keijser, Laila Youssifou en Veronique Meester maakten indruk. De twee laatstgenoemden haalden zelfs tussen de 7 en 9 seconden af van hun persoonlijke record. En met de tijd van Keijser (6:59,7) heeft Nederland nu twee lichtgewicht vrouwen met een beste tijd van onder de 7 minuten.
Doe mee aan de crowdfunding en maak kans op Fluisterend goud van Diederik de Boorder. Doneren kan hier
Ook in de breedte waren de resultaten goed. Verdonkschot was er mee in zijn nopjes: “De gemiddelde tijd van de groep is nu exact hetzelfde als voor de Spelen van Rio de Janeiro. Alleen dan met het verschil dat we nu met tien mensen meer zijn. Het andere positieve is dat we bijna geen uitschieters naar beneden hebben en dat ook roeisters die al wat langer rondlopen hun persoonlijke record verbeterden.” De hoofdcoach doelde daarbij bijvoorbeeld op scullsters Sophie Souwer en Olivia van Rooijen die met relatief weinig kilo’s 6:39 en 6:41 op de klokken zetten.
Meester
Positieve uitschieters waren Veronique Meester en Laila Youssifou. De relatief lichte WK-skiffeuse van vorig jaar was met 6:37 zelfs bijna de snelste van de groep. Alleen José van Veen scoorde met 6:34 beter. Meester, die vorig jaar de slagpositie van de vierzonder bekleedde en ook niet de zwaarste is, roeide naar een tijd van 6:38. Dat was bijna tien tellen sneller dan haar vorige persoonlijke record. “Het verschil bij Veronique zit hem er vooral in dat ze een stuk belastbaarder is geworden. Toch mooi om te zien dat ze zich dan zo verbetert.”
Janssen
Indrukwekkend was ook de tijd van Inge Janssen. Zij testte net als de andere scullsters Carline Bouw, Roos de Jong en Bente Paulis op slides waarbij de ergometer heen en weer verplaatst wordt. “Om verschillende redenen hebben we voor een aantal atletes gekozen om tests op slides of op een RowPerfect (RP3) uit te voeren. Dat maakt mij verder niet uit. Inge doet 6:28,9. Dat is hoe dan ook hard.”
RP3
Bouw en De Jong kwamen tot respectievelijk 6:36 en 6:39. Zeker voor de lichte De Jong is dat snel. Wat het verschil precies is met een statische ergometer is per persoon afhankelijk, maar volgens Verdonkschot moet je minstens rekening houden met een ongeveer 4,5 seconden snellere tijd op slides en 6 seconden op een RP3. Snelste RP3-roeister was Aletta Jorritsma met 6:45. Ook de beoogde slag van de nog te kwalificeren vrouwenacht, Karien Robbers, maakte met een tijd die slechts 2 seconden langzamer was, indruk.
Lichtgewichten
Een luxepositie heeft Verdonkschot bij de lichte vrouwen. Naast Keijser was namelijk ook voormalig reserve Martine Veldhuis opvallend snel. Met 7:03 zit zij nog maar vier seconden achter Keijser en Paulis. Paulis deed vanwege vermoeidheidsklachten geen test. “Ik help haar op dit moment niet door haar per sé een test te laten doen. In december was ze al bijzonder snel dus ik weet prima wat ik aan haar heb. En met de tijd van Martine heb ik nu drie roeisters fysiek op hetzelfde niveau als twee in 2016 toen we olympisch kampioen werden. Dat is een uitstekende uitgangspositie.”
Selecties
De Amsterdamse coach gebruikt de resultaten in zijn laatste selectieronde. Komende weken wil hij de definitieve ploegen maken. “Soms heb je te maken met blessures, zoals nu bijvoorbeeld Nicole Beukers die nog herstellende is van een lichte polskwetsuur. In het weekeinde van de Head zullen we nog wat uitproberen en moeten we een eind kunnen komen. Rond het NK Klein zal alles ongeveer definitief moeten zijn.”
Acht
Voor de nieuw te vormen vrouwenacht nam hij deze week wel al afscheid van Kirsten Wielaard en het jonge talent Isabel van Opzeeland. Voor deze ploeg zijn nu nog tien roeisters in de running plus nog twee atleten die afvallen uit de selectie voor de vierzonder en tweezonder. Die laatste boot wordt vooralsnog bemand door José van Veen en Lies Rustenburg maar deze combinatie zal nog getest worden tegen de afvallers voor de vier die naast de oorspronkelijke WK-bemanning bestaat uit Carline Bouw en Marloes Oldenburg.