Josy Verdonkschot voorziet medaillekansen, maar blijft alert

Interview

Gisteren hield Josy Verdonkschot een oog op het afladen van het transport dat uit Sabaudia kwam. Met vier van zijn boten werden zondag in olympische velden medailles gehaald. Het was een goede generale repetitie voor de enige wedstrijd die er echt toe doet: het roeitoernooi van Tokyo. Om meer precies te zijn: de olympische finales.

Het zal gemiddeld genomen wel goed zitten met de moraal van de Nederlandse roeisters. In onder andere China, Roemenië en Nieuw-Zeeland zal met een zeker ontzag zijn gekeken naar de prestaties van de oranje vloot, met als absolute uitschieter de verbluffende lichte dubbeltwee van Ilse Paulis en Marieke Keijser.

NLroei verslaat de roeisport, op vele fronten. Steun jij de redactie? Doe mee aan de crowdfunding, dat kan hier. Alvast bedankt!

De hoofdcoach van de Nederlandse vrouwen heeft het zien aankomen. “Gelet op de seizoensplanning, het herstel na Luzern en het weer, had ik verwacht dat ze 6:45 zouden roeien, dat werd dus 6:44”, rekent Verdonkschot voor. Een tijd die nog nooit is gevaren door lichte vrouwen in dat boottype. “Van de lichtgewichten die nu nog internationaal actief zijn, ging alleen Ilse als eens onder de 6:48.” En nee, het brakke water van Sabaudia is niet sneller. “Het natte oppervlakte is iets kleiner, want de boot ligt op water met zout erin wat hoger, maar brak water is ten opzichte van zoet water iets stroperiger. Het voordeel en het nadeel heffen elkaar op”, doceert Verdonkschot.

Papier
Het is evident dat na de wereldbeker in Luzern waarbij deze ploeg voorzichtigheidshalve niet in actie kwam, men een opsteker kon gebruiken. “We kunnen de tijden op papier misschien wel goed voorspellen, dat op het water uitvoeren is iets anders. Prachtig dat het is gelukt, dat geeft veel vertrouwen”, aldus Verdonkschot.

88
Ook de vierzonder met de van een kwetsuur herstelde Ellen Hogerwerf aan boord ging ook op een goede manier naar goud, evenals de dubbeltwee. En het skiffen van Sophie Souwer verliep naar wens. Voor haar ziet Verdonkschot kansen om de olympische finale te halen. Dat zou als het om Nederlandse solisten gaat, sinds 1988 – Harriet van Ettekoven, uiteindelijk vierde – weer de eerste keer zijn.

Kanshebbers
Verdonkschot waakt voor grootspraak, maar hij durft te stellen dat vier van zijn boten kans hebben op een medaille. Dat geldt ook voor de dubbelvier die – hoogst ongebruikelijk – twee wedstrijden achter elkaar niet op het erevlot stond. “Het ging in Sabaudia beter dan in Luzern. We herschikken vaker de opstelling voor een korte periode. Dat verfrist. En het pakte eerder goed uit. In de afgelopen weken vond ik het in het trainingskamp technisch beter gaan. Het plan was om voor de Duitsers te eindigden. Dat lukte dus niet. Er is nog ruim een maand om aan de vorm te werken.”

Warming-up
Het fijnslijpen is begonnen. Er zal in klimaatkamers worden getraind, want in Tokyo worden heel hoge temperaturen verwacht. Vandaag zal de thermometer 30 graden gaan aantikken. Maar perfectionist Verdonkschot heeft de belangrijke details al geoefend. “Een voorbeeld is dat we in Tokyo veel korter dan we gewend zijn van tevoren het water op gaan. Dus moet de warming-up ook anders. Dat hebben we nu bij het hotel in Sabaudia gedaan. In Japan zullen we dit in het olympisch dorp doen, de reistijd is vergelijkbaar. Het is geoefend, we willen geen fouten maken. Als onze tegenstanders dat wel doen, moeten ze dat zelf weten”, aldus de vrouwenhoofdcoach.