Isabelle Jacobs vanuit ‘Hotel Corona’: ‘Ik hoopte dat ze er iets extra’s uithaalden’

Interview

Op het ene moment ben je aan het coachen, op het andere zit je tussen vier muren van het coronahotel. Het overkwam Isabelle Jacobs. Drie dagen eerder was hoofdcoach Josy Verdonkschot positief bevonden. “Dat terwijl hij extreem voorzichtig was geweest. En ik ook. Toen we hoorden dat hij corona had, ben ik nog meer afstand gaan houden. Zo heb ik op de avond voor hun finale de voorbesprekingen met de zware dubbel en de dubbelvier op vele meters afstand gedaan”, vertelt Jacobs. Vervolgens kwam de onheilstijding, kon ze haar spullen pakken en werd ze afgevoerd naar het hotel waar Team Quarantaine is ondergebracht.

En daar zit ze dan, al dagen lang. “Een merkwaardige gewaarwording. Plotseling ben je weg van je ploegen. Als atleet moet het helemaal een drama zijn. Dat zien we hier om ons heen. Heel veel contact hebben we niet met elkaar, maar toch zie je dat de één er anders mee om kan gaan dan de ander. Onze Finn Florijn liet een bewonderenswaardige veerkracht zien. Dat geldt ook voor de Italiaanse roeier”, zegt de coach vanuit haar lockdownlocatie. 

Steun NLroei, doe mee aan de crowdfunding, dat kan hier. Bedankt!

Code oranje
De bewuste Italiaan – Bruno Rosetti – werd uit zijn vierzonder gelicht en naar het hotel gebracht. Op zijn mobieltje moest hij zien hij hoe zijn ploegmaten met een invaller derde werden. Maar hij heeft alsnog een bronzen medaille van het IOC gekregen. Jacobs nuanceert het beeld dat alle buitenlanders zich bij de roeibaan onbehoorlijk gedroegen tegen de vermeende oranje coronaparia’s. “Ik was erbij toen een Australische coach flipte. Hij riep inderdaad ‘out, out’ tegen Olivia van Rooijen. Maar dat was echt een uitzondering. Iedereen wist van de verschillende besmette mensen binnen onze equipe. Iedereen was bang voor een coronabesmetting. Wij zelf ook. Dan doe je extra voorzichtig. En mijd je elkaar.”  

En dan kun je nog zo voorzichtig zijn, het virus maakt soms reuze sprongen. En hoe het ook is gebeurd, Jacobs had te dealen met de gevolgen. Ze moest op haar laptop toekijken hoe haar ‘eigen’ ploeg – de dubbeltwee van Lisa Scheenaard en Roos de Jong – brons won. “Een fantastisch resultaat, ze hebben het heel goed gedaan op het moment dat het moest gebeuren”, zegt ze trots.

En uiteraard baalt ze dat ze er niet bij was. Het spreekt voor zich dat ze samen met hoofdcoach Verdonkschot heel graag veel liever aan de wal van de roeibaan had gestaan. Haar ‘Hotel Corona’ heeft dan misschien veel kenmerken van een gevangenis, via een uitstekende internetverbinding kon er toch contact met de buitenwereld worden gehouden.

Machteloos
Jacobs was in de afgelopen jaren ook nauw betrokken bij de lichte dubbeltwee en de vrouwendubbelvier. Uitgerekend de ploegen die in Tokyo diepe teleurstellingen te verwerken kregen. Het hoeft niet uitgesproken te worden wat voor een machteloos gevoel dat beide coaches gaf.

Net zoals de andere televisiekijkende Nederlanders zagen de coronacoaches de emoties van de lichte vrouwen, nog nahijgend van hun dramatisch verlopen finale. “Dat doet pijn. Ik weet niet wat ik voor ze had kunnen betekenen op die zware momenten na de finales, maar als coach wil je er dan voor de roeisters zijn.” Maar ook die taak werd waargenomen door coachcollega’s Marit van Eupen en Titus Weijschedé.

De dubbelvier had eveneens wat te verhapstukken, de helft van de bemanning was vijf jaar eerder vicekampioen geworden en werd bij dit toernooi roemloos laatste in de finale. “Het is te begrijpen dat dit pijn deed. Maar hopelijk lukt het ze ook om niet te blijven hangen in dat gevoel. Ze dachten samen ook al even terug aan de prachtige en unieke dingen die ze hebben meegemaakt. Maar het zal veel tijd nodig hebben om het te laten landen en het een plekje te geven.”

Verschuiven
Ook weet Jacobs dat Paulis en Keijser inmiddels wat verder zijn. “Er moet ruimte zijn voor emotie, het is niet niks wat er is gebeurd. En alle aandacht die daarbij onlosmakelijk bij kwam kijken, versterkt het negatieve gevoel. Maar bij deze twee hoop ik dat voor beiden het gevoel verschuift van goud verloren naar brons gewonnen.

Haar zware dubbelroeisters heeft ze ook nog niet in de armen kunnen sluiten. “Uiteraard hebben we video-gebeld. Lisa vertelde dat ze misschien wel harder hadden geroeid omdat ik er niet bij kon zijn. Het gaat niet om mij of zo, maar ik hoopte dat ze het goed zouden oppakken dat de coaches er niet waren en dat zouden vertalen naar iets positiefs. Zoals ze dat altijd doen.” Via een koerier kreeg Jacobs een pakket van alle roeisters met vooral veel chocolade erin. “Ontzettend lief was dat, wel jammer dat ik door corona mijn smaak wat kwijt was”, lacht ze. Naast een dagje wat koortsig te zijn geweest, had ze verder geen ziekteverschijnselen.

In de rust van haar ‘isoleercel’ lukt het goed te reflecteren op de Olympische Spelen en de aanloop erheen. “Ik ben boeken aan het lezen en spreek de lotgenoten regelmatig.  En ik ben inderdaad aan het terugdenken.”

Dat doet ze ook hardop. “Wat ik heel mooi vind is de ontwikkeling die Roos en Lisa hebben doorgemaakt. individueel, maar ook als ploeg. Een voorbeeld? De een – Lisa – is heel analytisch, Roos doet alles veel meer op gevoel. Dat heeft uiteraard best wel eens wat wrevel opgeleverd, maar na verloop van tijd accepteerden ze elkaar en namen ze dingen van elkaar over. Mede daardoor werden ze een heel goed team. Dat bleek in races, dan brengen ze wat extra’s. Iets dat je buiten de wedstrijden niet bij ze ziet. Met extensieve duurtrainingen varen zij relatief langzaam. Dat is absoluut geen onwil, maar een karakteristiek. Dat hoort gewoon bij ze.“

Techniek
Jacobs deed een technische studie, namelijk maritieme techniek. Ze is geïnteresseerd in data en rationeel van aard.  “Dat is natuurlijk een overeenkomst die Ik met Josy heb. Mij bevalt de samenwerking met hem echt heel goed. Hij geeft veel ruimte en verantwoordelijkheid. Wat mensen misschien niet allemaal In de gaten hebben is dat hij  heel kritisch naar zichzelf toe is. Josy wil niet alleen zijn roeisters verbeteren, hij doet wat met de kritiek en de feedback die hij zelf ontvangt.”  

“Of ik doorga met coachen? Het is enorm intensief, zes dagen In de week ben je er mee bezig. Week in, week uit. Dat vind ik mooi, maar het slokt ook alle ruimte voor iets anders op. Ooit wil ik ook iets meer met mijn studie gaan doen. Daarover moet ik nog gaan nadenken”

Het geeft haar een goed gevoel dat – ondanks alles – de roeisters alle races hebben kunnen varen en dat ze inmiddels veilig terug zijn in Nederland.  Zij moet nog wachten tot vrijdag, dan is ze vrij. “Dan ben ik hopelijk de laatste Nederlander in dit hotel. De staf van NOCNSF zorgt goed voor me. Niemand hoeft zich om mij zorgen te maken. Ik heb wel enorm veel zin om Iedereen in Nederland weer te zien. Daar kijk ik naar uit. Op zevende vlieg ik terug.”