Inge Janssen: van ramstand naar podiumpotentie

Achtergrond

Inge Janssen is op haar plaats in de dubbelvier. Ze kent nauwelijks twijfels en sluit niets uit.

Utrecht – Het wordt niet met zo veel woorden gezegd, maar eigenlijk is de vrouwdubbelvier het vlaggenschip van de Nederlandse vloot. Met Nicole Beukers, Chantal Achterberg en Carline Bouw behaalde Janssen zes weken geleden in Luzern de enige medaille voor Nederland. En de ploeg is vice-Europees kampioen.

“Er is een helder plan, we hebben continuïteit in coaching, openheid als er wat aan de hand is en geen blessureleed. Een ploeg zonder gedoe”, vat Janssen samen.

Overstap
Direct na de WK van vorig jaar stapte ze over naar de dubbelvier, een ander boottype was welkom. “In onze dubbeltwee werden we toen zevende, terwijl we niet echt slecht roeiden, maar gevoelsmatig zat er niet veel rek meer in.”

Ramstand
Vanaf januari is veel in de dubbelvier getraind, en dat was wennen. “In mijn carrière had ik er nog niet vaak in geroeid.. Het is veel technischer dan de dubbeltwee en de skiff. In die boten ga ik in de ‘ramstand’. Daarmee kom je ook een eind.”

Noest
In het begin kon de sociaal geograaf haar kracht nauwelijks kwijt. Maanden van noeste trainingsarbeid volgden. Dat wierp vrucht af. “Ik voel nu veel beter wat er moet gebeuren en kan mijn energie er volledig in kwijt.”

Schaars
Veel wedstrijden zijn er niet voor dubbelvieren. “Eigenlijk kunnen we ons alleen maar internationaal meten. We hadden nog maar één wedstrijd in de benen, toen we bij de EK meteen iets heel goeds moesten laten zien.”

Sloophamer
Maar de spreekwoordelijke hamer lag al klaar om de pas te water gelaten dubbelvier te slopen. Het scenario bestond namelijk om de scullbemanning op te offeren ten bate van de acht. Eerder dit jaar had bondsbaas Evertse aangegeven dat koning Willem-Alexander graag zo goed mogelijke Holland Achten op het brakke water van Rio ziet. Een krachtenbundeling van de acht sterkste roeisters in de langste boot zou in die lijn passen.

Overrompelen
Janssen moet een beetje lachen om het technisch advies van de man met blauw bloed. “Ik ben niet zo koningsgezind en scullen past mij beter.” Het was zaak dicht in de buurt van de wereldkampioenen uit Duitserland te eindigen. Dat lukte, het kwartet van coach Nienke van Zijp overrompelde zelfs bijna de oosterbuurvrouwen in de eindsprint en bleef op slechts een halve seconde steken van de overwinning.

Onbevangenheid
“Het was een opluchting en tegelijkertijd een boost voor het zelfvertrouwen.” Een topploeg was geboren, de onbevangenheid is gebleven. “Natuurlijk weten we dat het veld een hoog niveau kent en de ploegen dicht op elkaar zitten, maar we gaan niet met knikkende knieën de wedstrijd in. We zijn harstikke gretig.”

Te gretig
Een tikje te gretig zelfs. “Dat zat ons in Luzern in de weg, we wilden zo graag dat de eerste kilometer niet helemaal uit de verf kwam. Dat maakten we wel weer aardig goed in de tweede helft, maar het gaf wel stof tot nadenken.”

Gevoel
Oefenen op het gevoel was het devies van de vedetten van vrouwenhoofdcoach Verdonkschot. “We hebben veel getraind op de taak die we elk moeten uitvoeren en hoe we het goede gevoel moeten vinden na de start. Dat lukt. Het is een heel vette ploeg om deel van uit te maken. We hebben er zin in.”

Dagdroom
Het is niet zo dat Janssen als het blijmoedige tweelingzusje van gekke Henkie het strijdperk betreedt. “Natuurlijk ben ik nerveus, in de aanloop dagdroom ik soms over een podiumplek, en er zijn ook wel eens twijfels. Maar nee, niet over het boottype waarin we varen.” Dan, resoluut: “In de dubbelvier gaan we het doen.”

Underdog
Ze denkt stapsgewijs aan de weg naar finale. “We hebben tien tegenstanders., acht ervan zijn steengoed. In het achterhoofd speelt ook mee dat we bij de top-5 moeten zitten om naar Rio te mogen. Dat kunnen we, eigenlijk sluit ik helemaal niets uit.”