Hessel Evertse waagt zich wijselijk niet aan een WK-medaillevoorspelling. Wel voorziet de technische bondsbaas minstens vier olympische kwalificaties voor Rio.
Amsterdam – Het wordt dringen bij de WK. En dat niet alleen voor de medailles. Toegangsbewijzen voor de Olympische Spelen van Rio de Janeiro worden ook uitgedeeld. Ook daarvan zijn er onvoldoende voor alle gegadigden. De belangen zijn groot, geld speelt een hoofdrol. Vandaag barst de strijd los.
Er rust druk op de equipe. De verwachting is voelbaar. Want bij de WK van 2013 bleek al dat de huidige generatie toproeiers potentie heeft. In het Zuid-Koreaanse Chungju was het een van de beste toernooien ooit; tweemaal goud, fraai brons en ook nog eens finaleplaatsen voor solisten Inge Janssen en Roel Braas.
Kanttekening
Maar tijdens de WK-huldiging in de catacomben van de Amsterdam ArenA plaatste Nico Rienks een kanttekening bij deze goednieuwsshow. Subtiel wees hij erop dat het een post-olympisch-WK betrof. Waarmee de roeigoeroe maar wilde zeggen dat sommige velden nog niet op oorlogssterkte zouden zijn.
Zeepje
Deze opmerking werd Rienks niet in dank afgenomen. Een jaar later werd glashelder wat Neerlands succesvolste roeier bedoelde: het niveau van de concurrentie was toegenomen. Terwijl tegelijkertijd de topvorm van de Nederlandse roeiers als een nat zeepje uit de vingers van de coachstaf was geschoten. De oranje vloot reeg de ene na de andere teleurstelling aaneen, uitgerekend bij de WK in eigen land.
Debacle
Hessel Evertse zegt inmiddels te weten waardoor het Bosbaandebacle werd veroorzaakt.
“Er zijn verschillende redenen, om een voorbeeld te geven: in een aantal gevallen is er niet goed ‘getaperd’. Vlak voor de WK was de vorm nog prima, maar tijdens het toernooi ging het vrijwel over de hele linie minder.”
Strijdbaar
De strijdbare technisch directeur blikt liever vooruit. “We hebben veertien boten naar Aiguebelette uitgezonden, twee stuks daarvan worden door pararoeiers bemand en er zijn twee niet-olympische boten waaronder de lichte vrouwendubbelvier waarin de wereldtitel wordt verdedigd.”
Twee paarden
Welgeteld tien boten doen mee in olympische bootklassen. Met de boordroeiende vrouwen wordt op twee paarden gewed. Achtroeisters Ellen Hogerwerf en Olivia van Rooijen starten ook in de ongestuurde twee. Het koppel won in dat nummer zilver bij de EK, maar werd vervolgens met zachte hand gedwongen in de acht te stappen. Het duo morde erover.
Prioriteit
Dubbel starten heeft niet de voorkeur van de bondsbaas. “We doen dit om die twee boten te kwalificeren voor Rio. Het wordt voor de acht geen gemakkelijke opdracht en ook de twee moet worden afgewacht. De prioriteit ligt bij de grootste boot. Maar we willen het risico beperken dat we met lege handen komen te staan.”
Medailles
De voormalige zeilkapitein waakt ervoor verwachtingen op te kloppen. “Het zal een harde strijd worden op het water. In mijn ogen is de vloot er klaar voor. Maar ik ga geen nodeloze druk leggen door me van te voren over medailles uit te spreken, ook niet over de vrouwendubbelvier die verre van kansloos is.”
Eremetaal
Evertse wijst op de belangen die erop het spel staan. “In de eerste plaats willen de roeiers en roeisters heel graag eremetaal. En we willen ons rechtstreeks plaatsen voor Rio, dat moet minstens vier ploegen lukken. In Brazilië zal het echte werk moeten gaan gebeuren.”
Geldkraan
Subsidieverlener NOC*NSF staat alvast met de hand aan de geldkraan. Evertse verwacht dat de geldstroom bij een minder optimaal olympisch optreden ernstig afgeknepen kan worden. “Dat zou grote gevolgen kunnen hebben voor het roeien. Als we van het huidige gemiddelde van iets meer dan één naar structureel gemiddeld twee of meer medailles willen opstuwen, zullen we ons tweemaal zo hard moeten inspannen als we nu doen, ook financieel.”