Daan Klomp: “Er zijn veel lichte mannen verloren gegaan”

Algemeen

In 2013 zette Daan Klomp als succesvolle junior zijn eerste stappen in het lichte mannenroeien. Nu probeert hij aan te haken bij de zwaargewichten. “Een constant gevecht met het gewicht maakte die keuze makkelijk”, blikt hij terug.

Na een zilveren medaille bij de SB-WK in 2015 en een reserveplaats voor de lichte vier-zonder in Aiguebelette, verdween Klomp uit de top van het nationale lichte roeien. “De zilveren medaille is het mooist, en toen het hoogst haalbare”, zegt de Utrechter.

Geweldig
Dat zilver is voor Orcaan Klomp niet alleen het mooiste resultaat omdat dit zijn hoogst behaalde eremetaal is, maar ook omdat hij er een lastig seizoen goed mee afsloot. “De slotweek was geweldig. Berend Mortier en ik zijn laat bij elkaar gezet en na slechts één training kozen we ervoor om te racen voor een WK-plaats, korte voorbereidingstijd, maar het was een aangename samenwerking.”

Tevreden
Het werd zijn laatste wedstrijd als lichte. “Inwegen werd een sport op zich. Toen ik ouder en sterker werd, was gewicht een groot obstakel. Ik werd te zwaar om fatsoenlijk licht te zijn”, zegt Klomp over dat seizoen, waarin hij ook reserveroeier was. “Daar was ik tevreden mee, maar het was ook lastig. Ik moest op gewicht zijn, maar kon niet roeien. Door een rugblessure kon ik die week ook niet starten in de skiff. Dubbelen bij de SB-WK bracht een fijne afsluiter, toen speelde de rugblessure me geen parten.”

Tokyo
“Ik heb het altijd erg leuk gevonden om licht te roeien. Ik ben competitief ingesteld en wil op het hoogste niveau meedoen. Ik ben blij om weer met prestaties bezig te zijn. Komend seizoen wil ik als het lukt meedoen in de subtop en aansluiting vinden bij de bond. Ik wil in het rijtje lichte roeiers staan die het ook bij zwaar hebben gemaakt.”

Dubbeltwee
Afgelopen jaar mikte Klomp samen met Abe Wiersma op een medailleboot bij de SB-WK, maar werd laat in het seizoen gewisseld. “Marit van Eupen dacht echter een sneller koppel te kunnen maken. Toen is een seatrace gehouden waarna Wiersma in de dubbeltwee kwam met Amos Keijser.” Dat duo won deze zomer brons in Rotterdam.

Dikker
Het is volgens Klomp een voordeel om al op hoog niveau te hebben meegedaan. “Ik heb ervaring in de wereldtop en ervaring op grote toernooien, dat is een nuttig aspect in het wedstrijdroeien. Ik heb de kans gehad om me optimaal te ontwikkelen op technisch vlak. Een jaar fulltime atleet zijn heeft me veel geleerd. Dat ga ik omzetten in een hogere snelheid in een dikker lichaam.”

Verloren
Klomp is niet de enige lichte roeier die de afgelopen jaren afscheid nam. “Wat me opvalt is dat we de laatste jaren veel lichte roeiers zijn verloren”, analyseert hij. “Dat komt mede doordat er mensen ontevreden zijn achtergelaten. Arnoud Greidanus is gestopt en ook Tim Weerkamp en Ivo de Graaf hadden graag meer kansen gekregen, bijvoorbeeld in een seatrace. Zelf ben ik trouwens wel tevreden en voel me nergens benadeeld.”

Opener
Het zou volgens Klomp helpen als de selectie meer open zou zijn. “Ik kon het goed vinden met de vier waarbij ik reserve was. Maar voor anderen lag dat anders, de ploeg gaf aan graag met Tim Heijbrock te roeien en daarom heeft Bart Roovers besloten niet mee te racen.” Ook is Conno Kuyt gestopt en zijn de Muda’s gefrustreerd.

Subtop
Toch is er aanstormend talent. “In de subtop zitten namen met potentie. Alleen zij hebben nog een lange leercurve. De groep van de top vormt een dunne laag met te weinig diepte en niveau om goed mee te kunnen doen”, aldus Klomp.

Vier-zonder
De lichte mannen vier-zonder wordt mogelijk geschrapt van het Olympische programma. “Ik zou dat heel jammer vinden”, zegt Klomp. “Het is wel zo dat we dan minder plaatsen hebben en daarmee een grotere groep roeiers voor de selectie. Dat kan positief zijn. Bij de lichte vrouwen waren er twee Olympische plaatsen en acht roeiers, zie het resultaat. Voor de lichte mannen waren er zes plekken en acht roeiers.” De mannenscullboot bleef in Rio onbenut.

Investeren
Klomp stelt dat er de komende twee jaar geïnvesteerd moet worden in potentiële lichte mannen. “Zij moeten de kans krijgen bij de groep aan te sluiten en te focussen op roeien. In de selectie van 2013 werden vooral talenten aangewezen. De Muda’s vormden bijna vanzelfsprekend de dubbeltwee, maar ook bij de vier is de roeiers feitelijk een plaats toegewezen. Die selectie mag strenger.”

Breedte
Klomps devies is te investeren in de breedte, met een brede groep mannen. “We moeten dus vroeg in de olympiade beginnen met opsporen wie er goed genoeg kunnen zijn. Daar waren we in 2013 te laat mee.”

Wereldbeker
Investeren betekent ook dat talenten de kans moeten krijgen om zich al vroeg te meten met het internationale veld. “Als ik in 2013 al een wereldbeker had gestart, had ik me kunnen meten aan de wereldtop en kon ik kijken waar ik sta en wat ik nog moet doen om aan de top te komen. Als je wint denk je ‘ik ben goed bezig’. Als je niet wint weet je ‘dit moet ik nog verbeteren’. Dat is een goede graadmeter voor jonge talenten.”