In 1987 vonden de wereldkampioenschappen in Kopenhagen plaats. Het werd een toernooi dat de deelnemers lang is bijgebleven. De wind zorgde bij de finales voor flinke boeiverschillen.
Ik was er aanwezig als bondsbestuurslid en om de internationale federatie te helpen als lid van de controlecommissie. De eerste dagen verliepen rustig, er kon gewoon worden geroeid, maar op de dagen van de finales ging het anders. Er kwam door de wind een enorm boeiverschil en dat leidde zaterdag al tot vreemde uitslagen, waarbij kanshebbers opeens achterbleven. Het bestuur van de Fisa – zoals World Rowing toen was genaamd – ging er over nadenken en besloot in de loop van zondagochtend om de formele regels tijdens dit toernooi te veranderen en deelde dat mee aan de ploegen en de besturen van de betreffende landen.
Er waren ook ploegen die al aan het oproeien waren en de wijziging pas op het water hoorden. Van dat laatste was onze Nederlandse vrouwendubbelvier een voorbeeld. Ik kon mij de woede van slagroeister Jos Compaan goed voorstellen en heb haar later ook verdedigd.
Pas toen alle finales waren geweest, verminderde de wind en hadden we goede omstandigheden. De Denen wisten dat het in avond minder hard zou waaien, maar World Rowing hield zich aan het eigen programma. Dit vanwege de uitzendrechten die voor naar het verluidt 20.000 Zwitserse Franken waren verkocht.
World Rowing heeft later bij een congres de regels formeel aangepast en nu is duidelijk dat de boei-indeling vanwege het weer kan worden aangepast. Daar is nu ook wel begrip voor en je krijgt er ook meestal eerlijker wedstrijden door.
Maar wat betreft de WK in Kopenhagen is het de herinnering die bij me is gebleven en ook voor de Denen was het niet leuk als zo iets gebeurt. Daarna heeft er in Kopenhagen geen wereldkampioenschap meer plaatsgevonden.


