Twellaar & Broenink: ‘Wij moeten onszelf niet te serieus nemen”

Interview

Precies op het moment dat dit artikel online gaat, stappen Stef Broenink en Melvin Twellaar in hun dubbeltwee. Ze gaan zo oproeien voor hun WK-voorwedstrijd. Als het goed is, zijn ze behoorlijk ontspannen. De dolklepjes zullen heus wel vanwege enige wedstrijdstress een keertje extra worden gecheckt of ze goed zijn gesloten. Maar toch gaan ze in Belgrado relaxed het toernooi in, zo voorspelden ze NLroei kort voor de WK.

Maak NLroei mede mogelijk, doe hier mee aan de crowdfunding. Alvast bedankt!

Hard kunnen ze. Ook als skiffeurs. Maar nu dus ook weer samen. De dubbel van Twellaar en Broenink is misschien wel de allerbeste van de wereld. Ze versloegen in Luzern de onverslaanbaren: de gebroeders Sinkovic. Een verhaal over dit duo kan gaan over hun uitzonderlijke skiffprestaties (WK 2019: Broenink een skifflengte van goud, WK 2022: Twellaar zilver) en hun wat onderbelichte gezamenlijke prestatie bij de Olympische Spelen van Tokyo (zilver op 0,2 seconde (!) van goud). Nog veel interessanter: de  synergie tussen de twee mastodonten. “Wij hebben wederzijds een hoge tolerantie”, zegt Twellaar (Hunze/Aegir). “We vullen elkaar aan”, vindt Njordman Broenink.

Opbrandpreventie
Hun samenwerking is anders dan twee collega’s die samen de afdeling debiteuren/crediteuren van een schroefjesfabriek vormen. Ze trainen vrijwel dagelijks samen, reizen met elkaar, delen hotelkamers en roeien (zo nu en dan) als dubbel een wedstrijd. “De kracht van onze ploeg is dat we eigenlijk net zo relaxed zijn als we bij een WK op het water zitten als we nu zijn”, schetste Twellaar in een spreekkamertje van het olympisch trainingscentrum. Hij ziet wel degelijk verschillen. “Stef kan extreem ontspannen blijven onder extreem stressvolle omstandigheden. Dat is echt zijn kwaliteit. Dat was wennen in het begin.”

Soms lijkt het dat Broenink bijna onverschillig zou zijn, maar dat is allerminst zo. “Ik heb ook wel gestrest gedaan omdat mijn ploeggenoten dat ook deden. Zo van: ‘laat ik maar meedoen’. Maar het punt is dat ik dan al opgebrand ben als ik aan de start lig. Melvin houdt me zeker bij de les, maar geeft mij ook de ruimte om het zo te doen als ik graag wil”, zegt Broenink.

Pokerface
Twellaar beschrijft hoe hij zijn bootgenoot ziet. “Als je tegen Stef in de skiff moet racen ga je niet aflezen wat zijn stemming is. Of hij er doorheen zit of dat nog harder kan. De ene keer denk je dat hij op is, en dan roeit hij je voorbij. En andersom kan dat ook. Je ziet dat echter in beide gevallen niet aan zijn buitenkant.”

Broenink geeft in een kijkje in hoe zij samen toeleven naar het moment dat zij het water opgaan. “Melvin zoekt een rustig plekje en luistert naar muziek. Ik zit dan het liefst nog lekker te geinen, bijvoorbeeld met de fysioloog over de samenstelling van een slush.  Eerst was ik daar onzeker over, nu weet ik dat het juist heel goed werkt bij mij. En binnen de equipe snapt iedereen dat inmiddels ook. Twellaar: “Ik moet Stef niet na willen doen. Normaal ben ik extrovert, maar voor een wedstrijd kruip ik meer in mezelf, word ik introvert. Op die manier laad ik me op.”

Omgedraaid
Bij de EK van dit jaar ging het op het punt van de rolverdeling mis. “Dat was wel interessant. De rollen waren wat omgedraaid. Dat pakte niet goed uit”, zeggen ze beiden. De wedstrijd in Bled was na de Olympische Spelen weer hun eerste race samen, het leverde een derde plaats op. “We hebben ons erna opnieuw moeten uitvinden. Richting de spelen van Tokyo roeiden we in de schaduw van de dubbelvier, stond er niet veel druk op. Dit jaar verwachtten we er zelf heel veel van, en waren we bij de EK onze onbevangenheid kwijt. We hebben goed nagedacht en met elkaar gesproken over hoe het eerst ging en wat ons sterk maakte. Die setting is er inmiddels weer”, analyseert Broenink.

Ze verduidelijken wat dat is. “We proberen onszelf niet te serieus te nemen. Dat is lastig uit te leggen, maar als we dat wel doen, willen we bijvoorbeeld aan verwachtingspatronen van anderen voldoen. Dan zijn we onszelf niet meer, en verandert de dynamiek tussen ons”.

Huwelijk
Als ze op hun best zijn gaat een wedstrijd als volgt. “Tijdens een race ben ik agressief, ik zit ook veel uit de boot te kijken en zo. Stef is stoïcijns”, zegt Twellaar. “Dat is het denk ik ook echt. Ik probeer te profiteren van de emotie die Melvin erin legt, daardoor ben ik tijdens een wedstrijd ook scherper”, vult Broenink aan.

De band die de twee hebben gaat diep. “We accepteren elkaars onhebbelijkheden, en we zijn tolerant naar elkaar. Dat is wederzijds”, beschrijft Twellaar. “We weten heel goed wat we aan elkaar hebben. En dat realiseren we ons ook als het een keer minder gaat of er wat chagrijn is. Het is misschien te vergelijken met als je familie van elkaar bent. Als er een keer iets gebeurt, weet je dat het erna niet over is. Er zit een bepaalde diepte in. We hebben vertrouwen in elkaar en hebben onderling commitment. Het is misschien wel te vergelijken met een huwelijk”, aldus een lachende Broenink.