Het water in Rio de Janeiro is letterlijk geproefd door de juniorenroeiers die de arena van het olympisch roeitoernooi hebben getest. Het zal ze hebben gesmaakt. Liefst twee gouden medailles werden er gewonnen bij de juniorenWK van dit jaar.
Amsterdam – De superlatieven zijn nauwelijks aan te slepen om de WK-juniorenequipe van bondscoach Ronald Florijn voldoende te prijzen. Zijn vloot was ongekend succesvol bij het zogeheten testevenement voor de Olympische Spelen. Skiffeuse Marieke Keijser overklaste haar tegenstanders en greep de wereldtitel met een straatlengte voorsprong.
De acht van stuurman Just Ponsen kaapte het goud weg voor de neus van de Amerikanen. Een prestatie die bijzonder tot de verbeelding spreekt. Willem Jan de Widt coachte samen met Paul Hartog de boot naar deze opmerkelijke hoogte. De Widt geeft op zijn huidige thuisbasis Willem III inzicht in de weg naar succes.
Overtreffen
“We zijn drie jaar geleden begonnen met een acht, de start was wat aarzelend met een achtste plaats bij de WK van 2013, maar vorig jaar was er plotseling zilver. Je hoopt erop, maar zo’n prestatie hadden we van te voren niet verwacht”, zegt De Widt.
Homogeen
Het coachtrio Florijn, Hartog en De Widt moet wel iets uitzonderlijks hebben gedaan om deze prestatie tot stand te brengen. De Widt is er bescheiden over, en dat lijkt niet gespeeld. “De gemiddelde kwaliteit van de bemanning is heel goed. Er zitten een paar zeer vroegrijpe en extreme talenten in. Maar de andere jongens komen er in de skiff vlak achteraan.”
Gewaagd
Skiffen is de basis volgens de succescoach. “Niet skiffen om het skiffen. Maar om veel met elkaar te sparren. De jongens willen niet voor elkaar onderdoen en leveren vrijwel dagelijks een sportieve strijd. Het schoolt ze in hun techniek en ze krijgen een directe terugkoppeling op hun haal. Het komt bovendien de groepsdynamiek ten goede. Ze weten van elkaar dat ze bijzonder aan elkaar zijn gewaagd. Dat schept een band.”
Catch
De Widt, zelf bij Njord abonnementhouder op de Varsity-overwinning (van 1984 tot en met 1987), is een fysiotherapeut die ook bewegingswetenschappen studeerde. “Uit onderzoek is gebleken dat vooral bij boordroeien op het verste punt plaatsen heel belangrijk is. Dus daar coach ik veel op. Specifiek voor junioren vind ik het belangrijk dat ze recht door de boot bewegen. Dat is ook een aandachtspunt.”
Climax
Alle trainingen, groepsprocessen en bijvoorbeeld een fabelachtige prestatiedrang cumuleerden een paar weken geleden in Rio tot een gigantische climax. “Ik wist dat ze heel goed waren toen ze het water opgingen voor de finale, maar zo goed als de wedstrijd ging, verbaasde mij ook een beetje. Vanuit een relatieve achterstand stoomden ze dankzij een heel sterk laatst interval naar een zekere overwinning.”
Beduusd
De knapen waren er enigszins beduusd van. “Op een filmpje kun je mooi zien dat eigenlijk alleen de stuurman meteen doorhad wat ze hadden gedaan, de rest leek het direct na de finish nog niet beseffen.”
Roeibaan
Roeien in Rio is hem begrijpelijkerwijs goed bevallen. “Dat het roeiwater vervuild zou zijn, klopt volgens mij niet. We hebben erin gezwommen en niemand werd ziek. Het is brak, dus zout. Je boot ligt er iets hoger door op het water. Dat is met afstellen op te lossen. Zorgelijker is wat de wind doet met het water.”
Ruig
De organisatie van het testevenement greep al een paar keer in door het programma te wijzigen. Zo kon onder gunstiger omstandigheden worden geroeid. “Ik waande me in de ochtend wel eens in het paradijs. Het is een prachtbaan als het windstil is, maar in de loop van de dag steekt de wind op en wordt met name de tweede kilometer ronduit ruig. Je moet goed kunnen roeien om je hierdoor niet te laten verstoren.”