Als je als student stopt met roeien ga je coachen of je wordt lid van het bestuur van je vereniging. Of je doet allebei. Zelf mocht ik na het stoppen met roeien op de centjes van Njord gaan passen en ik werd er lid van wat toen de technische commissie heette. Bijna elk jaar ging ik als de eerstejaars damesacht wat tegenviel op Heineken en Head, vanaf het voorjaar helpen met coachen.
Resultaat daarvan was vaak, dat zo een ploeg dat jaar toch nog een blik won. Het werd wel in de loop van de jaren wat lastig wat betreft tijd, omdat ik op mijn werk wilde presteren en omdat de roeibond riep. Wat betreft coachen poogde ik de roeisters roeien te leren, maar ook dat er een stuk plezier bij hoort.
De contacten met de ploegen verwaterden vaak, maar laatst kwam de acht van 1977-1978 in beeld. Naar aanleiding van een foto op Facebook van de acht waarin ik zelf roeide, reageerde een van de roeisters uit 1977 met, “wordt het niet tijd voor een reunie?”.
Dankzij de sociale media konden we snel iedereen traceren. Als de datum is geprikt, ga je als vroegere coach denken over, wat gaan we dan doen? Uit de appjes leidde ik intussen al af, dat ik de naam had streng te zijn. Niet te veel willen doen, leek mij een goed uitgangspunt. Wellicht in de roeibak en daarna een stuk varen op het Galgewater. De keuze, voor wat betreft boottype, viel daarbij op de C-vier, want een aantal van de roeisters had bijna al veertig jaar niet in de boot gezeten. Het bestuur van Njord stond daar positief tegenover.
Deze zondag regende het hard, het onderdeel ‘de bak’ kon dus vervallen. Maar verder liet niemand zich door de regen afschrikken. Dat hadden mijn roeisters van toen toch goed onthouden. De ploeg roeide in verschillende opstellingen en dat ging best goed. Na afloop spraken we ook over roeien. Ik wist dat Heleen al jaren actief is op Die Leythe, maar sinds een paar jaar was José gaan roeien bij Hemus en Brigitte bij de Dordtsche. En dat vind ik mooi, dat mensen opeens weer het roeiplezier terug vinden.