Hoewel met beduidend minder boten dan in Belgrado, treedt Nederland vanaf vandaag weer op oorlogssterkte aan bij de tweede wereldbekerwedstrijd in Linz. Van de twaalf boten zijn er na het sterke optreden een paar weken terug in Servië nu een aanzienlijk aantal medaillekandidaat. NLroei bespreekt de belangrijkste.
Vrouwendubbelvier
Van alle gouden medailles die in Belrado werden behaald, leek voor de buitenwacht die van die wereldkampioenen in de dubbelvier de meest logische en misschien ook wel de minst zwaar bevochten. Niets was minder waar want in tegenstelling tot in andere velden trof het kwartet onder aanvoering van slagvrouw Nicole Beukers de complete wereldtop. In Oostenrijk is de meest interessante vraag of Lisa Scheenaard de boot sneller zal laten gaan. Zij neemt nu de plaats van in van jongeling Karolien Florijn. De ploeg treft grotendeels dezelfde tegenstanders als in Belgrado plus een jonge sterke boot uit Australië.
Lichte vrouwendubbeltwee
Met een fabuleuze finalerace bevestigde het koppel Ilse Paulis-Marieke Keijser in Belgrado dat zij het gedroomde duo zijn voor de Olympische Spelen van 2020. Ondanks een beperkte voorbereiding vanwege co-schappen van Paulis werd toch de gouden medaille binnengesleept. Hoofdcoach Josy Verdonkschot temperde na afloop vooral de verwachtingen. Het was een toprace, maar er was nog wel degelijk werk aan de winkel en de ploeg moest vooral constanter worden. In een veld met wereldkampioen Roemenië en vice-wereldkampioen Nieuw-Zeeland zal nu blijken waar ze staan.
Mannenvier
Ondanks het stoppen van coryfee Robert Lücken bleef mannenhoofdcoach Mark Emke vasthouden aan een vier als prioriteitsboot. Björn van den Ende werd zonder problemen omgeboord en kreeg meteen een vaste plek in de boot met verder Jasper Tissen, Kaj Hendriks en Tone Wieten. De ‘tweede vier’ die in Belgrado nog won, is inmiddels geen concurrent meer. Zij zitten nu in de acht. Hoe kansrijk een Nederlandse vier internationaal is, zullen we zien in Linz. De twee best geachte boten uit Italië en Australië zijn aanwezig.
Mannendubbelvier
Ook bij de scullers zijn de nodige veranderingen ten opzichte van Belgrado te noteren. De sterke dubbeltwee van Dirk Uittenbogaard en Stef Broenink is in de boot gekomen ten koste van Freek Robbers en Amos Keijser. Abe Wiersma bemant nu de slagpositie. In een sterk veld zal blijken of deze positiewijzing goed uitpakt of niet. Groot-Brittannië lijkt na hun winst in Servië de favoriet. Daar achter wordt het zeer spannend, want de verschillen zullen wederom klein zijn.
Vrouwenacht
De vrouwenboordselectie van Verdonkschot leverde een kleine maand terug nog een huzarenstukje af door in de vier eerste en tweede te worden en ook in de acht de snelste te zijn. Nu zal de tegenstand sterker zijn met wereldkampioen Roemenië in de baan, net als sterke concurrent Nieuw-Zeeland. Voordeel voor de Nederlanders is wel dat ze nu maar één keer de baan over hoeven.
Mannenacht
Emke heeft de luxe te beschikken over een enorm arsenaal aan roeiers. Aan zijn al omvangrijke equipe voegde hij onlangs ook nog eens de tweetjes die derde (De Graaf/Klaassens) en vierde (Van de Kerkhof/Thijssen) werden bij afgelopen NK en op eigen gelegenheid naar Belgrado waren, toe. Ook stroomden de ‘Amerikanen’ Maarten Hurkmans en Simon van Dorp in. Inclusief de selectie die hij al had, maakte hij twee achten. Duitsland en Groot-Brittannië zijn wederom favoriet, al is het ook interessant hoe de achten van Nieuw-Zeeland en Australië er voor zullen staan.
Vrouwendubbeltwee
Nog een klein vraagteken is de dubbeltwee van Roos de Jong en Karolien Florijn. De Jong roeide in Belgrado met Scheenaard nog soeverein naar de winst, maar zag haar partner naar de dubbelvier vertrekken. Waar Scheenaard nu de luxe heeft in een draaiende machine te kunnen instappen, zal De Jong met haar metgezel een nieuw eigen ritme moeten vinden. Hoe dat uit zal pakken is ongewis. De concurrentie met wereldkampioen Nieuw-Zeeland is nu in elk geval sterker.
Voor het wedstrijdschema, inschrijvingen lotingen kijk hier.