Net als bij de WK in Sarasota komt Roos de Jong dit jaar uit in de dubbeltwee, in elk geval als het gaat om de eerste wereldbeker begin juni. Dat zou nog wel eens wat kunnen worden, vertelt de Haarlemse.
De Jong opende haar seizoen vorige week sterk door naar de tweede plaats te skiffen bij de NK voor kleine nummers, ze finishte dicht achter Lisa Scheenaard. “Bij de races ging alles zoals ik het wilde. Ik heb vooral de focus bij mezelf gehouden”, zegt De Jong. “Maar ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat ik tweede zou worden.”
Fitter
“Ik wist van tevoren al wel dat ik dit jaar een stuk fitter ben dan vorig jaar”, erkent De Jong, terugblikkend op de NK. In zoverre had ze wel kunnen verwachten dat ze de strijd aan zou kunnen gaan met Scheenaard. “In de winter heb ik me vooral gericht op de selecties voor de dubbeltwee en de dubbelvier. Daarom was het vorige week toch een verrassing dat de race in de skiff zo goed uit de verf kwam. En ik had verwacht dat een aantal andere vrouwen ook een stuk harder zou gaan.” Ze was onder meer Karolien Florijn, Sophie Souwer en Nicole Beukers de baas.
Sterker
Ten opzichte van vorig jaar heeft de Proteusroeister vooral geïnvesteerd in krachttraining. Ze krijgt daarbij goede begeleiding en dat heeft effect. Ook traint ze sinds dit seizoen in Amsterdam. “Het maakt een groot verschil dat ik een stuk sterker ben geworden. Trainen in Amsterdam zorgt ervoor dat ik in een goede groep vaar. Dat helpt om elke dag beter te worden. Die concurrentie miste ik in Delft een beetje vorig jaar.”
Dubbeltwee
Bij de eerste wereldbeker, in Belgrado, komt De Jong samen met Scheenaard uit in de dubbeltwee. Kijkend naar haar curriculum vitae bij internationale toernooien is dit zo een beetje haar nummer aan het worden. Als junior, sb’er en als senior verscheen zij geregeld in de dubbel aan de start. De laatste keer was bij de WK in Sarasota. Samen met Marloes Oldenburg behaalde ze de tweede plaats in de b-finale.
Teleurstelling
“Ik heb er erg veel zin in, maar in eerste instantie was ik wel een beetje teleurgesteld dat ik niet in de dubbelvier mag racen”, zegt ze over de huidige selectie. Die teleurstelling is verdwenen. “Ik vind het heel tof dat ik met Scheenaard mag roeien. Ik denk dat dit heel goed kan gaan. En ik voel me best ook wel goed in de dubbeltwee.”
Thuis
De Jong: “Ik ben aardig thuis in deze boot.” Op dit moment is een plaats in de dubbelvier niet in beeld. Ze geeft nu alles voor de dubbeltwee, maar wil haar kansen open houden voor de vier. “Het doel is natuurlijk om zo goed te worden, dat je een toegevoegde waarde bent in de beste boot. Vooralsnog is dat de dubbelvier. Ik denk dat ik wel een betere bijdrage kan leveren in de dubbeltwee op dit moment. Het past iets beter bij me dan de vier.”
Kansen
Hoewel het koppel De Jong/Scheenaard nog slechts een week aan het trainen is, is De Jong goed te spreken over de resultaten: “Aangezien Scheenaard een goede roeister is en ik een stuk sterker ben geworden zet ik wel in op een finaleplaats. Dat moet straks haalbaar zijn. Maar ik hoop natuurlijk op nog wel wat meer. Ik ben ook benieuwd hoe de andere ploegen de winter uit zijn gekomen.”