NLroei eerstejaars: Aegir versus Gyas

Wedstrijden

De vlag kan uit in Groningen, Aegir reisde dit weekeinde terug met drie eerstejaarsoverwinningen. De zware achten van mannen en vrouwen en de dubbelvier-met van de lichte vrouwen pakten in Delft de blikken. Ongekend voor de oudste Groningse club, die vorig jaar landelijk in opspraak kwam en op 7 februari 140 jaar oud werd.

“We hebben een beetje geluk gehad”, zegt Aegir-hoofdcoach Martijn Witteveen. Hij wist met deze ploeg een goede troef in handen te hebben, maar toch was het spannend. “Tot anderhalve week geleden was ik er zeker van dat we konden meedoen om te winst, maar toen volgde een griepgolf.”

Ziek
Van de vier vrouwen die ziek werden, waren er zaterdag drie fit genoeg om aan boord te gaan. “We moesten alleen onze slag missen. Haar hebben we vervangen door een ouderejaars die nog geen blik had en dus mocht starten”, legt Witteveen uit. Ook de zware mannen reisden met gezonde spanning naar de Schie. “We wisten dat we een goede groep hebben. Dat we zouden blikken had ik niet verwacht, ik had ingezet op top vijf”, bekent mannencoach Tom van Hemmen.

Opgevoerd
De vrouwenacht moest het vooral hebben van de laatste helft van de wedstrijd. “Het roeien zag er toen fris uit. Het eerste stuk was een beetje twijfelachtig en terughoudend. Daarna bouwden ze op en hebben ze de hele race gedaan wat ze konden”, zag hun ploegcoach Floor Stam. “Ze konden de druk van de wedstrijd goed aan.” De mannen voeren juist een constante race. “De laatste kilometer hebben ze het nog een paar tandjes opgevoerd, precies volgens plan”, zegt Van Hemmen.

Concurrentie
De races van de zware mannen en zware vrouwenachten mondde uit in een Gronings onderonsje. Buurvereniging Gyas werd in beide gevallen tweede. “We hebben geluk dat we vaker met Gyas kunnen sparren, die liggen er ook altijd goed bij. Dat het gat zo groot zou zijn (ruim 11 seconden, red.) had ik niet verwacht”, zegt Van Hemmen. Ook Witteveen is blij met de Groningse concurrentie. “We wisten dat Gyas en wij aan elkaar gewaagd zijn. Dat bleek ook wel zaterdag. Als je in je stad een andere vereniging hebt die het ook goed doet, nodigt dat uit om extra je best te doen.”

Geluk
“Ik snap dat we nu opvallen”, vindt Witteveen. “Onze lichting is goed en de trainingssfeer ook, maar je hebt soms ook geluk nodig. Onze aanpak is niet per se anders dan de afgelopen jaren. Vorig jaar was er minder aanwas dan nu. Net een sterke roeier extra hebben maakt al verschil, zeker aangezien veel verenigingen nu hun coaching hebben geprofessionaliseerd. Dan is de kwaliteit van je lichting des te belangrijker. En met geluk bedoel ik verder dat je geen pech hebt, zoals met blessures of ziektes.” Stam: “We hadden voor een deel geluk, en we hebben ook keihard gewerkt.”

Zwaluw
“Ik denk dat het een spannend jaar gaat worden. De verschillen zijn niet groot, dat zag je ook al op de NKIR.”, voorspelt Witteveen. “Dit is een goed begin en motiveert om verder te gaan.” Maar hij kent ook een veelgehoord gezegde: ‘De winnaar van de Winterwedstrijden is zelden de klassementswinnaar.’ Er is dus werk aan de winkel. “We moeten nu niet teveel druk op onszelf leggen. We houden focus en blijven scherp”, aldus Stam over haar ploeg. Van Hemmen voegt toe: “Een zwaluw maakt nog geen zomer, maar een mooi begin is er. Op naar de Heineken.”