Vrouwen in de prehistorie hadden sterkere armen dan vrouwen die tegenwoordig op hoog niveau roeien. Dat schrijft het AD over een publicatie in het tijdschrift Science Advances.
Onderzoekers van de Cambridge University hebben botten van zevenduizend jaar oud vergeleken met het botwerk van Cambridgestudentes, waarvan een aantal bij de plaatselijke roeiclub traint. De onderzoekers stellen dat fysieke inspanning de vorm en opbouw van botten beïnvloedt. Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen in de prehistorie zeer zware lichamelijke arbeid verrichtten en daar flink gespierd van werden. De onderzoekers vermoeden dat dit kwam door werken op het land: ploegen, oogsten en vervolgens het handmatig malen van granen.
Steun jij NLroei al? Klik hier.
Sterker
De prehistorische vrouwen waren door hun dagelijkse werkzaamheden 11 tot 16 procent sterker dan moderne roeiers die jaren achtereen minstens drie uur per dag trainen. Vergeleken met niet-sportende studentes waren de voorouders zelfs 30 procent sterker. Vrouwen moesten hun armen in de oertijd jaar voor veel verschillende zaken gebruiken. Niet alleen voor landbouw, maar ook voor slacht, en de verwerking van huiden en wol.
Handwerk
Het zou voor het eerst zijn dat onderzoekers vrouwenbotten hebben vergeleken, gewoonlijk worden vrouwen met mannen vergeleken, maar bij mannen ontwikkelen botten zich anders. De hoofdonderzoeker Alison Macintosh van Cambridge University zegt dat haar onderzoek het verborgen werk van vrouwen bericht. ,,Duizenden jaren lang is het zware handwerk van vrouwen de cruciale factor geweest voor de eerste agrarische economieën.”
Het onderzoeksverslag is hier te vinden.